•
Het framewerk moet met het mannelijk deel naar
beneden geplaatst worden om de overgang van
gietsels naar de buitenkant te vermijden.
•
De buis mag niet meer dan twee schuine standen
bevatten, dat wil zeggen meer dan een niet
verticaal deel:
- Als het een gemetselde buis is :
De hoek van schuine standen mag niet groter
dan 45° zijn voor een gelimiteerde totale hoogte
van de buis van 5 meter. Voor een hogere
hoogte, de hoek van de schuine stand is beperkt
tot 20° .
- Als het een geïsoleerde metalen buis is :
De hoek van schuine standen mag niet groter
dan 45° zijn met een hoogtebeperking van 5 m
tussen de top en de onderkant van de schuine
stand. De totale hoogte van de buis is niet
beperkt.
•
De dichtheid, de isolatie, de doorgangen van
plafond en vloer, de verschillen aan vuur dienen
met
strikte
inachtneming
verwezenlijkt te worden.
5.3 – Aard en kenmerken van de aansluitbuis
tussen de haard en het rookkanaal
•
Een aansluitbuis moet tussen het apparaat en het
rookafvoerkanaal geplaatst worden.
•
Deze buis dient van een starre of flexibele buis
gemaakt
te
worden,
brandstoffen, te rechtvaardigen met een positief
technisch advies voor een rechtstreekse afvoer van
een gesloten haard. Let op dat zijn verboden:
aluminium,
aluminiumstaal
staal.
•
Let op dat toegestaan zijn: zwart plaatijzer (dikte
min. 2 mm), geëmailleerd plaatijzer (dikt min.0,6
mm), roestvrij staal (dikte min. 0,4 mm).
•
Deze buis moet zichtbaar zijn langs het hele traject
door een valdeur of toegangsrooster en machinaal
veegbaar (Fig. 5). Zijn uitzetting mag niet ten koste
gaan van de dichtheid van de verbindingen van de
boven-
en
benedenloop
mechanische welzijn en van het rookkanaal. Zijn
samenstelling en, in het bijzonder, de aansluiting
met het rookkanaal moeten de accumulatie van
roet verhinderen, met name op het moment van
vegen.
•
De verbindingen met het apparaat enerzijds en het
rookkanaal
anderzijds
inachtneming van UTD 24-2-2 en de specificaties
van de fabrikant van de buis verwezenlijkt te
worden, door alle geadviseerde componenten te
gebruiken (uiteinden, overgangen, enz.).
5.4 - Voorwaarden voor trekking
•
De trekking wordt gemeten op de aansluitbuis op
ongeveer 50 cm boven de buis van het apparaat.
van
UTD
24-2-2
geschikt
voor
alle
en
gegalvaniseerd
alsmede
van
zijn
dienen
met
strikte
•
De trekking noodzakelijk voor de goede werking met
gesloten deur:
- 6 Pa bij verlaagde snelheid (0,6 mm EG).
- 12 Pa bij normale snelheid (1,2 mm EG).
Aangezien de evaluatie van de te verwachten trekking
m.b.t. de kenmerken van de buis weinig zeker zijn,
wordt aanbevolen om systematisch een temperend
luikje te plaatsen.
•
Het luikje maakt het mogelijk om een goede werking
van
de
haard
omstandigheden
buizen). Het luikje moet gemakkelijk zichtbaar en
toegankelijk zijn (Fig. 6).
•
Het luikje voor getemperde trekking heeft geen
invloed op de werking van het apparaat wanneer de
deur open is.
5.5 - Ventilatie van de ruimte waar het apparaat
wordt geplaatst
•
De werking van het apparaat vereist een aanvullende
luchttoevoer
dan
vernieuwing
van
luchttoevoer is verplicht wanneer de woning wordt
uitgerust met een machinale ventilatie.
•
De intake van de luchttoevoer dient geplaatst te
worden ofwel direct buiten, ofwel in een ruimte die
naar buiten wordt geventileerd, en moet door een
rooster
beschermd
dispositie Fig. 7).
A: GUNSTIG
Voorkant onder dominerende wind: bevordert de
stroming van de verse lucht en de rook.
B: ONGUNSTIG
Voorkant tegenover dominerende wind.
•
De output van toevoer van lucht dient direct in de
schoorsteen geplaatst te worden en zo dichtbij
mogelijk bij het apparaat uitmonden. Zij moet
afsluitbaar zijn wanneer zij direct in de ruimte
uitmondt.
•
De doorsnede van de luchttoevoer dient minstens gelijk
te zijn aan een kwart van de doorsnede van het
rookkanaal met een minimum van zijn :
- 70 cm² voor gebruik met alleen gesloten deur.
- 200 cm² voor gebruik met mogelijk open deur (voor
bepaalde
haarden
gebruikshandleiding).
•
Het kan noodzakelijk zijn om extractie van de
machinale ventilatie te stoppen om de toevoer van
rook in de ruimte te vermijden bij opening van de
deur.
5.6 - Aard van de muren en wanden die aan het
apparaat grenzen
5.6.1 - Advies voor ingebruikname
Alle brandbare of afbreekbare materialen onder invloed
van de temperatuur dienen verwijderd te worden, op en in
de wanden (vloeren, muren en plafonds) op de plaats van
de schoorsteen en de haard.
69
te
verkrijgen,
zelfs
met
sterke
trekkingen
die
noodzakelijk
reglementaire
lucht.
worden
(zie
geadviseerde
alleen
maar
onder
(hoge
voor
de
Deze
:
zie