Apparaat zonder slangtrommel:
Hogedrukslang aan de hogedrukaan-
sluiting van het apparaat monteren.
Apparaat met slangtrommel:
Hogedrukslang met handspuitpistool
verbinden.
Apparaat met slangtrommel
Meegeleverde handkruk in slangtrom-
melas steken.
Voor het afrollen van de hogedrukslang
moeten losse slangbochten gespannen
worden: Draaien van de handkruk in de
richting van de wijzers van de klok (pijl-
richting).
Voorzichtig
Hogedrukslang altijd volledig afrollen.
Wateraansluiting
Aansluitwaarden zie Technische gege-
vens.
Toevoerslang (minimumlengte 7,5 m,
minimumdiameter 3/4'') aan de water-
aansluiting van het apparaat en aan de
watertoevoer (bijvoorbeeld waterkraan)
aansluiten.
Instructie: De toevoerslang behoort niet
tot het leveringspakket.
Water uit reservoir zuigen
Alleen HDS 558.../601.../698.../798...
Indien u water uit een extern reservoir
wenst aan te zuigen, is de volgende om-
bouw vereist:
Afbeelding 3
Reservoir vloeibare ontharder naar bo-
ven wegnemen.
Bovenste toevoerslang naar het vlotter-
reservoir demonteren en naar de pomp-
kop leiden.
Afbeelding 4
Wateraansluiting aan de pompkop los-
sen en opzij draaien.
Toevoerslang aan de pompkop aanslui-
ten.
Zuigslang (diameter minimum 3/4") met
filter (toebehoren) aansluiten aan de
wateraansluiting.
Max. zuighoogte: 0,5 m
–
Tot de pomp water heeft aangezogen,
moet u:
druk-/hoeveelheidsregeling op MAX
draaien.
Doseerapparaat voor reinigingsmiddel
sluiten.
Gevaar
Zuig nooit water uit een drinkwaterreservoir
aan. Zuig nooit oplosmiddelhoudende
vloeistoffen, zoals lakverdunners, benzine,
olie of ongefilterd water aan. De afdichtin-
gen in het apparaat zijn niet bestand tegen
oplosmiddelen. De sproeinevel van oplos-
middelen is zeer licht ontvlambaar, explo-
sief en giftig.
Stroomaansluiting
Aansluitwaarden zie Technische gege-
–
vens en typeplaatje.
De elektrische aansluiting moet uitge-
–
voerd worden door een electricien en
moet voldoen aan IEC 60364-1.
Gevaar
Verwondingsgevaar door elektrische
schok.
Ongeschikte verlengsnoeren kunnen
–
gevaarlijk zijn. Gebruik in de buitenlucht
uitsluitend verlengsnoeren met vol-
doende diameter die daarvoor zijn
goedgekeurd en dienovereenkomstig
zijn gekenmerkt.
Verleningsleidingen altijd volledig afrol-
–
len.
Stekker en koppeling van een gebruikt
–
verlengsnoer moeten waterdicht zijn.
Voorzichtig
De maximaal toegelaten netimpedantie
aan het elektrische aansluitpunt (zie Tech-
nische gegevens) mag niet overschreden
worden. In geval van onduidelijkheden in
verband met de netimpedantie aan uw aan-
sluitpunt neemt u best contact op met uw
electriciteitsmaatschappij.
– 5
NL
87