Program AE, effecten en
sluitereffecten
1
Zet de aan/uit-knop op "REC".
2
Zet de opnamestand op "M". (
3
Stel
,
"EFFECT"
"PROGRAM AE"
in het menu
FUNCTIE
● Het menu EFFECT, PROGRAM AE of SLUITER
verdwijnt en het geselecteerde effect wordt
toegepast.
● De aanduiding van het geselecteerde effect verschijnt.
Het geselecteerde effect uitschakelen
Selecteer "UIT" in stap 3. De effectaanduiding
verdwijnt.
OPMERKINGEN:
● Program AE, effecten en speciale effecten kunnen
worden gewijzigd in de stand Opname-standby.
● Bepaalde functies van Programma AE en
sluitereffecten kunnen niet worden gebruikt tijdens
Night-Scope.
● Wanneer een onderwerp te helder of reflecterend
is, kan een verticale streep verschijnen (vegen).
Vegen verschijnen meestal wanneer u de modus
"SPORT" of een andere modus met "SLUITER
1/500 – 1/4000" selecteert.
EFFECT
EF
UIT: Hiermee schakelt u de functie uit.
(fabrieksinstelling)
SEPIA
: Opgenomen beelden krijgen een
bruine schijn, net als oude foto's.
ZWARTWIT
: Net als bij de zwartwitfilms uit
vroeger tijden worden uw beelden in zwartwit
opgenomen.
ANTKE FILM
*: Hierdoor krijgen
opgenomen beelden een stroboscoopeffect.
BLDEN LOS
*: De opname ziet er uit als
een reeks opeenvolgende foto's.
*
Niet beschikbaar voor het opnemen van
stilbeelden.
PROGRAM AE
UIT: Hiermee schakelt u de functie uit.
(fabrieksinstelling)
SPORT
(Variabele sluitertijd: 1/250 – 1/4000):
Als u deze instelling selecteert, kunt u snel
bewegende beelden beeld voor beeld
vastleggen en zo een levendige, stabiele
slowmotionweergave bewerkstelligen.
blz. 15)
of
"SLUITER"
in (
blz. 32)
OPNAMEFUNCTIES
Hoe korter de sluitertijd, hoe donkerder het
beeld wordt. Gebruik de sluiterfunctie dus alleen
als u voldoende licht hebt.
SNEEUW
: Deze instelling compenseert
onderwerpen die anders mogelijk te donker
worden als u opnames maakt in een zeer lichte
omgeving, bijvoorbeeld een sneeuwlandschap.
SPOTLICHT
: Met deze instelling
compenseert u onderwerpen die anders te licht
zouden zijn als ze bij zeer sterke directe
belichting worden opgenomen, bijvoorbeeld
onder spots.
SCHEMER
: Hierdoor zien avondscènes er
natuurlijker uit. De witbalans (
automatisch ingesteld op "
worden aangepast aan uw wensen. Als u
schemerlicht selecteert, wordt de camcorder bij
een afstand van 10 m tot oneindig automatisch
scherpgesteld. Als de afstand minder dan 10 m
bedraagt, dient u de scherpstelling handmatig
uit te voeren.
SLUITER
UIT: Hiermee schakelt u de functie uit.
(fabrieksinstelling)
SLUITER 1/50: De sluitertijd is vastgesteld
op 1/50 seconde. De zwarte stroken die meestal
verschijnen wanneer u een foto maakt van een
tv-scherm worden smaller.
SLUITER 1/120: De sluitertijd is
vastgesteld op 1/120 seconde. De flikkering die
zich voordoet wanneer u opnames maakt onder
een tl-buis of kwiklamp wordt verminderd.
SLUITER 1/500 / SLUITER 1/4000: Met deze
instellingen kunt u snel bewegende beelden
beeld voor beeld opnemen, voor helder, stabiel
afspelen in slowmotion, door de
sluitertijdvariabelen vast te zetten. Gebruik deze
instellingen wanneer een automatische
afstelling niet goed werkt, in de stand SPORT.
Hoe korter de sluitertijd, hoe donkerder het
beeld wordt. Gebruik de sluiterfunctie dus alleen
als u voldoende licht hebt.
41
NE
blz. 39) wordt
", maar kan