Informatie over het voorbeeld
De levering van de tweemotorige serie railbussen type 98.95
(later BR 798.5) startte in 1955. Van deze voertuigen werden
329 exemplaren gebouwd en deze kregen, in tegenstelling
tot de proefmotorwagens, nieuw ontwikkelde loopwerken
met verbeterde rijeigenschappen evenals schroefkoppe-
lingen, buffers met holle plunjers en een manoeuvreerre-
minstallatie. Hierdoor konden deze krachtige motorwagens
zo nodig ook overgedragen goederenwagens meenemen.
Bovendien kreeg de VT 98 een meervoudige besturing, die
niet alleen trek-/duwbedrijf maar ook de besturing van een
extra motorwagen aan het andere uiteinde van de trein
mogelijk maakte. Behorend bij deze motorwagen werden
ook stuurstandrijtuigen (VS 98) en aanhangwagens (VM 98)
in bedrijf genomen. De purperrode treinstellen bepaalden al
snel het beeld op de Duitse zijlijnen, doordat ze in korte tijd
de door stoomlocomotieven getrokken treinen vervingen.
De Uerdinger railbusstellen staan bij veel spoorreizigers
voor altijd in het geheugen geprent: De rode voertuigen
waren decennialang synoniem voor mobiliteit in lande-
lijke gebieden. Zo hebben ook tegenwoordig nog veel
spoorgebruikers hun hart verpand aan deze sympatieke
„zijlijnredders".
4