6.3.
Temperatuurweergave
6.3.1.
Temperatuurweergave 1 zone-oven
Weergave
centraal display
20 °C
6.3.2.
Temperatuurweergave meerzone-oven
Indicatielampje
Weergave
verwarmingszone
centraal display
20 °C
21 °C
19 °C
6.3.3. Verwarmingszones toewijzen
Verwarmingszone 1:
wordt bij een meerzone-oven normaal gesproken toegewezen aan het ovenplafond.
Verwarmingszone 2:
wordt toegewezen aan de middelste verwarmingszone van een 3 zone-oven of aan de
onderste verwarmingszone van een 2 zone-oven.
Verwarmingszone 3:
is de hoofdregelzone en wordt toegewezen aan de onderste verwarmingszone van een 3
zone-oven.
6.4.
Stooksegmenten
6.4.1.
Toelichting stooksegmenten
Elk stookprogramma bestaat uit afzonderlijke stooksegmenten. Elk stooksegment bestaat uit 3 waarden. De 3 waarden
van een stooksegment zijn:
• een opstookfase (1.1) of afkoelfase (1.2)
• een eindtemperatuur (2)
• een pendeltijd (3)
Bij het programmeren van een stookprogramma moeten er dus drie waarden per segment worden ingevoerd.
Tijdens de programmering en het verloop van een stookprogramma toont een oplichtend ledlampje op het grafisch
display welke waarde van het betreffende stooksegment op dat moment is geselecteerd of loopt.
Indicatielampje
verwarmingszone
rechts
Beschrijving
rechts
Bij meerzone-ovens verschijnen de temperaturen van de afzonderlijke
verwarmingszones. Bij het aanzetten van de regelaar wordt standaard
zone 1 weergegeven. Als u op toets
temperatuur van de andere verwarmingszones getoond. De symbolen
bij de zonenummers veranderen automatisch mee en geven aan welke
zonetemperatuur er op dat moment in het display wordt weergegeven.
Als u op toets
verwarmingszones getoond.
Als u op toets
verwarmingszones getoond.
Beschrijving
Bij 1 zone-ovens verschijnt altijd de temperatuur van
verwarmingszone 1.
⇒ Rechts van het centrale display licht alleen het
indicatielampje 'z1' (zone 1) op.
f
d
of
drukt, wordt de temperatuur van de andere
f
d
of
drukt, wordt de temperatuur van de andere
240 / 317 - NL -
f
d
of
drukt, wordt de