Hach TitraLab Manual Básico Del Usuario página 164

Werkomgeving
Neem de volgende punten in acht voor een goede werking en een lange
levensduur van het instrument.
• Plaats het instrument stevig op een vlakke ondergrond. Plaats geen
voorwerpen onder het instrument.
• De omgevingstemperatuur moet tussen 15 tot 40 °C (60 tot 104 °F)
liggen.
• De relatieve luchtvochtigheid moet lager dan 80 % zijn (niet
condenserend).
• Laat een minimale afstand van 15 cm (5,9inch) vrij aan de
bovenkant en aan alle zijkanten van het apparaat, voor het
circuleren van lucht om te voorkomen dat elektrische delen
oververhit raken. De doseerarm van de stappenmotor, die de zuiger
van de doseerpomp bedient, moet vrij kunnen bewegen.
• Gebruik het instrument niet en sla het instrument niet op in stoffige,
vochtige of natte ruimtes.
• Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen het instrument kunnen
binnendringen en verwijder onmiddellijk vloeistoffen die in contact
komen met het instrument.
• Bescherm het instrument tegen trillingen, direct zonlicht, bijtende
gassen alsmede sterke magnetische en/of elektrische velden.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen en accessoires.
• Het instrument moet worden onderhouden door de serviceafdeling
van de fabrikant met inachtneming van de voorgeschreven
intervallen.
Installatie
Installatie van de buret
De buret dient de titrant toe, een zilvernitraatoplossing (AgNO
is, afhankelijk van het toepassingsgebied, 0,01 M, 0,1 M of 0,5 M.
De buret omvat een doseerpomp, stappenmotor en ventiel. De
stappenmotor en het ventiel zijn reeds geïnstalleerd in de TitraLab; de
doseerpomp moet worden geïnstalleerd door de gebruiker.
Nederlands 164
Letselgevaar voor knelpunten en snijwonden
Zorg ervoor dat de titrator nooit wordt gebruikt/bediend zonder het spuitdeksel.
Zorg ervoor dat het systeem alleen wordt gemonteerd door gekwalificeerd en
opgeleid personeel.
Waarschuwing voor systeemschade
Zorg ervoor dat de doseerpomp niet wordt gebruikt zonder de bevestigingsacces-
soire.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen en accessoires.
Het instrument moet worden onderhouden door de serviceafdeling van de fabri-
kant en met het voorgeschreven interval.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de bevestigingsaccessoire voor de
doseerpomp niet verkeerd plaatst. Deze wordt bij een nieuwe
doseerpomp niet meegeleverd.
1. Druk de spuitzuiger in het spuitlichaam.
Schuif de bevestigingsaccessoire volledig op de doseerpomp zodat
het smalle uiteinde richting de zuiger wijst.
2. Verwijder het spuitdeksel door het los te schroeven.
3. Richt de spuitmond omhoog, plaats de spuit zodanig in de steun
dat de bevestigingshuls zich boven de steun bevindt.
4. Met de smalle zijde naar beneden gericht, drukt u de
bevestigingsaccessoire voorzichtig in de steun.
Houd de bevestigingsaccessoire in de steun en schroef de
doseerpomp van onderaf op het ventiel.
5. Trek de zuiger terug van de doseerpomp en plaats hem op de
schroef in de doseerarm.
). Deze Houd de zuiger van de doseerpomp vast en draai de
3
bevestigingsschroef aan de doseerarm in de schroefdraad van de
zuiger.
6. Bevestig het spuitdeksel met zes schroeven.
WA A R S C H U W I N G
L E T O P