Bij de acculader worden drie verwisselbare aansluitsets geleverd (illustraties op pagina's 3 & 4):
1) Een accukabel (O-01) met metalen oogjes voor permanente bevestiging aan de accupolen, en een hersluitbare
weerbestendige dop op de SAE-connector die wordt aangesloten op de uitgangskabel van de oplader. Raadpleeg
een professionele onderhoudsmonteur voor hulp bij het bevestigen van de metalen oogjes aan de accupolen. Zet de
connector vast met een weerbestendige dop zodat deze geen bewegend deel van het voertuig kan raken of de
kabel kan worden afgekneld of beschadigd door scherpe randen.
BELANGRIJK: Deze accukabel is beveiligd met een zekering van 15A. Als de zekering onder welke omstandigheid
dan ook doorbrandt, probeer dan niet de zekering te vervangen zonder eerst het probleem te identificeren en te
verhelpen waardoor de zekering is doorgebrand. Vervang de zekering alleen door een ATO-zekering van 15A.
2) Een SAE naar DIN plug adapter (O-19), om op te laden via een DIN /ISO 4165 12V stopcontact:
i) De extra DIN-aansluiting op BMW-motorfietsen (modellen: vanaf 2004) kan worden opgeladen en onderhouden,
zelfs als het contact is uitgeschakeld, bij gebruik van een CAN-bus-laadmodus in het OptiMate4 Quad-programma.
ii) Andere voertuigen uitgerust met een DIN-aansluiting: als de 12V DIN-aansluiting continu ingeschakeld blijft nadat
het contact is uitgeschakeld, kan via het stopcontact worden opgeladen en onderhouden.
Vind meer DIN/ISO 4165 accessoires op www.optimate1.com.
3) Een set batterijclips (O-04), aanbevolen voor het opladen van de batterij buiten het voertuig of wanneer de
batterij een herstellading nodig heeft. Lees Sectie A > BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES punt 8 of 9 voordat
u de accu aansluit.
EEN LAADPROGRAMMA SELECTEREN: OptiMate4 Quad-programma heeft vier selecteerbare laadprogramma's. Er
moet een laadprogramma worden geselecteerd voordat verbinding wordt gemaakt met een accu. Elk programma
heeft unieke laad- en testparameters om de chemie en verbindingsmethode van de batterij aan de batterij aan te
passen. Het geselecteerde programma blijft in het geheugen staan na het loskoppelen van de batterij, of als de
netvoeding wordt onderbroken, of totdat een nieuwe selectie wordt gemaakt.
PROGRAMMA 1 - Pb (LED #1a): is het direct-naar-batterij laadprogramma voor een LiFePO4 (Lithium Ferrous
Fosfaat) batterij in alle omstandigheden. Alle programmafuncties zijn actief, inclusief de hoogspannings-TURBO- en
PULSE-desulfatiemodus.
PROGRAMMA 2 - Pb (LED #1a) + CAN-bus (LED #2): activeert automatisch het opladen van een loodzuuraccu via
het 12V-stopcontact op voertuigen die zijn uitgerust met een CAN-bus-gestuurde 12V-stopcontact, om een gezonde
batterij op te laden, te testen en te onderhouden wanneer het voertuig gestald is. Alle desulfatiemodi zijn
gedeactiveerd. De CAN-BUS (LED #2) knippert totdat een batterij wordt gedetecteerd, daarna gaat deze vol aan.
BELANGRIJK: PLATTE ACCU (< 5V) - als de loodzuuraccu van het voertuig diep ontladen is, kan het CAN-
bussysteem van het voertuig de 12V-aansluiting niet activeren. Verwijder de batterij, inspecteer deze op fysieke
schade of lekkage, indien acceptabel geacht, om op te laden, selecteer Programma 1 en sluit de OptiMate4
rechtstreeks aan op de batterij.
PROGRAMMA 3 - LFP (LED #1b): is het direct-naar-batterij laadprogramma voor een LiFePO4 (Lithium Ferrous
Fosfaat) batterij in alle omstandigheden.
Gebruik dit programma om een batterij te resetten die is uitgerust met een geïntegreerd batterijbeheersysteem
(BMS) dat beschermt tegen diepe ontlading.
BELANGRIJK! Controleer voordat u verder gaat of de batterij correct is aangesloten: Lees het gedeelte op de vorige
pagina: OPLADER AANSLUITEN OP DE BATTERIJ.
Druk op de drukknop. Na 3 seconden licht LED #3 elke seconde op als een speciale BMS-resetpuls wordt
afgegeven. Wanneer de OptiMate 4 detecteert dat het BMS van de batterij is gereset, worden de resetpulsen
automatisch onderbroken en wordt het opladen automatisch voortgezet. Verwijder de vinger van de drukknop.
BMS wordt niet gereset: LED #3 brandt kort en gaat dan uit: Een diep ontladen batterij kan niet voldoende
spanning bevatten om zijn eigen BMS-systeem van stroom te voorzien. Gebruik de HANDMATIGE RESET: plaats en
houd de vinger op de BMS-resetknop gedurende 10 seconden of langer, totdat het programma verder gaat naar
STAP 4.
BMS wordt niet gereset: LED #8 knippert / knippert.
1) De batterij is in omgekeerde polariteit aangesloten. Corrigeer de verbindingen en probeer het opnieuw. 2) Het
systeem dat door de batterij wordt gevoed, verhindert dat de puls wordt afgegeven. Koppel het systeem los of
44
44
B. AANSLUITING ACCESSOIRES
C. HET LADEN STARTEN