Descargar Imprimir esta página

ST MJ 66 Guía Rápida De Uso página 100

Ocultar thumbs Ver también para MJ 66:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 67
3.5. MONTAGE VAN HET VERLENGSTUK VAN
DE KOPPELINGSHENDEL VAN DE MAAI-
INRICHTING
Zie afbeelding 5.
3.6. ACCU MONTEREN EN AANSLUITEN
Zie afbeelding 6.
De accu (1) bevindt zich onder de stoel en is bereikbaar
nadat de bedekking (2) is verwijderd.
Sluit de connector van de accu (3) aan op de connector
van de machine (4) en leg de kabel (5) zodanig dat hij in de
specifieke zitting (7) blijft.
Laad de accu op via de connector (6)
van het boekje (zie
6.2.3), en plaats de bedekking (2) opnieuw.
BELANGRIJK Zorg er altijd voor de accu volledig op te la-
den en volg hierbij de aanwijzingen die in het instructieboekje
van de accu staan aangegeven.
3.7. MONTAGE VAN DE OPVANGZAK
Zie afbeelding 7 en 8.
3.8. MONTAGE VAN HET ACCESSOIRE VOOR
"MULCHING" (INDIEN VOORZIEN)
Zie afbeelding 9.
4. BEDIENINGSELEMENTEN
• Stuur (Afb. 10.1)
• Hendel handrem (Afb. 10.2)
Rem uitgeschakeld.
Rem ingeschakeld.
• Commando voor het inschakelen en rem van de
maai-inrichtingen (Afb. 10.3)
Maai-inrichtingen uitgeschakeld.
Maai-inrichtingen gekoppeld.
• Instelhendel maaihoogte (Afb.10.4)
Om van de ene positie naar de andere te gaan, moet
de hendel zijwaarts worden bewogen en in een van de
aanslaggroeven worden verplaatst.
• Sleutelschakelaar (Afb. 10.5.)
De sleutel activeert/deactiveert de inschakeling van de
machine en van de lichten (indien voorzien).
Stand Stop.
Stand Draaien.
Stand Start.
BELANGRIJK Verwijder de sleutel elke keer dart de machi-
ne ongebruikt of onbewaakt wordt achtergelaten.
volgens de aanwijzingen
NL - 4
• Gaspedaal ( Afb. 10.6)
Stelt het aantal toeren van de motor af.
Commando choke - Koud opstarten.
Hoogste toerental van de motor.
Laagste toerental van de motor.
• Pedaal vrijgave maaien in achteruitversnelling (Afb.
10.7)
Als het pedaal ingedrukt wordt gehouden, kan achteruit
gereden worden met de maai-inrichtingen gekoppeld
zonder dat de motor wordt stilgelegd.
• Koppelingspedaal/rempedaal (mechanische
transmissie) (Afb. 10.11)
Tijdens het eerste deel van de slag handelt het als
koppeling, door de tractie naar de wielen te activeren of te
deactiveren.
Tijden het tweede deel gedraagt het zich als rem, door op
de achterwielen te handelen
• Bedieningshendel versnellingsbak (mechanische
transmissie) (Afb. 10.12)
Deze hendel heeft zes posities: vier vooruitversnellingen, een
vrijstand «N» en de achteruitversnelling «R».
Om over te gaan van de ene naar de andere versnelling
moet het pedaal (Afb. 10.11) half ingedrukt worden en moet
de hendel verplaatst worden volgens de aanduidingen op
het etiket.
• Rempedaal (hydrostatische transmissie) (Afb. 10.21)
Dit pedaal activeert de rem op de achterwielen.
• Tractiepedaal (hydrostatische transmissie) (Afb. 10.22)
Druk met de punt van de voet in de richting «F» om de
vooruitversnelling in te schakelen; door de druk op het pedaal
te verhogen, neemt de snelheid van de machine geleidelijk toe.
Druk met de hiel in de richting «R» om de achteruitversnelling
in te schakelen.
Als het pedaal wordt losgelaten komt het automatisch weer
in de vrije stand «N» terug
BELANGRIJK Als het aandrijfpedaal vooruit of in de ach-
teruit wordt geactiveerd met de parkeerrem ingeschakeld (afb.
10.2) wordt de motor stilgelegd.
• Hendel koppeling/ontkoppeling hydrostatische
transmissie (Afb. 10.23)
«A» = Transmissie ingeschakeld
«B» = Transmissie uitgeschakeld
BELANGRIJK Om te vermijden dat de transmissiegroep
wordt beschadigd, mag deze handeling alleen uitgevoerd wor-
den bij stilgelegde motor met het pedaal (afb. 10.22) in de vrij-
stand.
BELANGRIJK De hendel voor de koppeling/ontkoppeling
mag zich nooit in de tussenpositie bevinden. Deze conditie ver-
oorzaakt de oververhitting en de beschadiging van de trans-
missie.

Publicidad

loading