Descargar Imprimir esta página

ST MJ 66 Guía Rápida De Uso página 103

Ocultar thumbs Ver también para MJ 66:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 67
3. wanneer de motor uitgeschakeld is, de brandstofkraan
(afb. 18) openen (indien voorzien);
4. Verwijder de sleutel.
BELANGRIJK Om de lading van de accu in stand te hou-
den, wordt de sleutel niet in de stand «draaien» of «koplampen
aan» gelaten wanneer de motor niet aanstaat.
De motor kan onmiddellijk na het uitschakelen
zeer warm zijn. Raak de knalpot of de delen
ernaast niet aan. Gevaar op brandwonden.
5.6. NA HET GEBRUIK
• Laat de motor eerst afkoelen vóór de machine in elke
willekeurige ruimte op te bergen.
• Reinig de machine (par. 6.3).
Elke keer wanneer men de machine onbewaakt laat, de
bestuurdersplaats verlaat of de machine parkeert:
1. Stop de machine.
2. Plaats de maaigroep op de minimum hoogte.
3. Verzeker u ervan dat alle bewegende delen volledig
stilstaan.
4. Verwijder de contactsleutel (Afb.10.5).
6. ONDERHOUD
De veiligheidsnormen die in acht genomen moeten worden,
zijn beschreven in hfdst. 1. Neem deze aanwijzingen strikt in
acht om geen ernstige risico's of gevaren te lopen.
Vooraleer eender welke controle, reiniging of ingreep voor
onderhoud/afstelling op de machine uit te voeren:
• Ontkoppel de maaigroep.
• Stop de machine.
• Zet de machine in de vrijstand.
• De bedrijfsrem inschakelen.
• Leg de motor stil.
• Vergewis u ervan dat elk bewegend onderdeel tot stilstand
is gekomen.
• Verwijder de contactsleutel.
• Draag geschikte kledij, werkhandschoenen en een
beschermende bril.
BELANGRIJK Laat de sleutel nooit in het contact zitten of
binnen het bereik van kinderen of onbevoegde personen.
6.1. BRANDSTOF BIJVULLEN
Om brandstof bij te vullen:
1. Draai de brandstofdop (afb. 21) los, en verwijder hem.
2. Plaats de trechter (afb. 21).
3. Vul brandstof bij zonder het reservoir volledig te vullen.
4. Verwijder de trechter.
5. Schroef de dop van het brandstofreservoir na het bijvullen
goed dicht en reinig eventuele lekken.
BELANGRIJK Het type van brandstof dat moet gebruikt
worden, is aangeduid in de gebruikershandleiding van de mo-
tor.
BELANGRIJK Vermijd benzine op de plastic delen te gieten
zodanig dat ze niet beschadigd worden; bij toevallige lekken
onmiddellijk spoelen met water. De garantie dekt geen schade
aan de plastic onderdelen van de carrosserie of de motor, ver-
oorzaakt door benzine.
6.2. CONTROLE EN BIJVULLEN MOTOROLIE
OPMERKING Het type van olie dat moet gebruikt worden, is
aangeduid in de gebruikershandleiding van de motor.
BELANGRIJK Volg alle voorschriften aangeduid in de ge-
bruikershandleiding van de motor.
Controleer het oliepeil voor ieder gebruik.
Controleer het oliepeil van de motor: volgens de precieze
werkwijzen aangegeven in de handleiding van de motor,
moet dit tussen de kentekens MIN en MAX van het staafje
zijn (Afb. 22).
6.3. REINIGING
• Algemene aanwijzingen
Reinig de machine na ieder gebruik volgens de volgende
aanwijzingen:
• Gebruik geen waterstralen en vermijd de motor en de
elektrische onderdelen nat te maken.
• Verwijder grasresten en opgezamelde aarde binnenin
het chassis.
• Verzeker u er steeds van dat de luchtgaten vrij zijn van afval.
• Gebruik geen agressieve vloeistoffen om het chassis
te reinigen.
• Houd de motor vrij van gewasresten, bladeren of overtollig
vet om brandrisico te vermijden.
• Reiniging van de maaigroep
BELANGRIJK Het wassen van de binnenkant van de
maai-inrichting en het uitwerpkanaal moet worden uitgevoerd
met de opvangzak gemonteerd en met de mulching dop erin
(indien aanwezig) of met de achterste aflaatbescherming ge-
monteerd.
1. Plaats de machine op een vlakke oppervlakte en met
stevige vloer.
2. Sluit een waterleiding aan op een van de twee specifieke
verbindingen (afb. 21) en open het water.
3. Ga op de bestuurdersstoel zitten, zet de transmissie in
de vrijstand («N») en start de machine.
4. Laat de maai-inrichting helemaal zakken en koppel de
maai-inrichtingen.
5. Laat het water enkele minuten stromen en stop de
machine.
6. Draai het water dicht en koppel de leiding los van de
verbinding.
7. Herhaal de procedure voor de andere verbinding.
8. Blaas het bovenste deel van de groep (Afb. 22) uit met
een persluchtstraal.
6.4. ACCU
Lees met aandacht de oplaadprocedures die in de handleiding
van de accu staan en volg ze op. Als deze procedures niet in
acht worden genomen of als de accu niet wordt opgeladen,
kan er zich onherstelbare schade voordoen aan de elementen
van de accu. Een lege accu moet zo snel mogelijk opgeladen
worden.
BELANGRIJK Het opladen dient uitgevoerd te worden met
gelijkspanning apparatuur. Andere oplaadsystemen kunnen de
accu op een onherstelbare manier beschadigen.
De machine is uitgerust met een connector (afb. 23.1)
voor het opladen, die aangesloten moet worden op de
overeenstemmende connector van de speciale acculader
van behoud in dotatie (indien voorzien) of beschikbaar op
aanvraag.
BELANGRIJK Deze connector mag uitsluitend gebruikt wor-
den voor de aansluiting op de acculader van behoud die voor-
zien is door de Fabrikant. Voor zijn gebruik:
NL - 7

Publicidad

loading