Installatie van de belknop (zender)
De belknop (zender) kan probleemloos op houten of bakstenen muren worden
geplaatst. Plaats de knop echter nooit rechtstreeks op metalen voorwerpen of
materialen die metaal bevatten, zoals plastic raam- en deurconstructies die een
metalen kozijn bevatten. De zender zou niet goed kunnen werken.
1. Koppel eerst de knop met de deurbel.
2. Voordat u de knop installeert, test u of de set betrouwbaar werkt op de
door u gekozen locatie.
3. Verwijder met een schroevendraaier de achterkant van het knopdeksel
via de opening aan de zijkant.
4. Bevestig de achterkant van het deksel aan de muur met dubbelzijdige plak-
band (meegeleverd) of twee schroeven. De knop is weliswaar weerbesten-
dig, maar plaats hem op een beschermde plaats, bijvoorbeeld in een nis.
5. Zet de knop weer in elkaar.
6. Druk op de belknop om te rinkelen. Drukken op de knop gaat gepaard
met een LED-signaal, dat aangeeft dat de knop een radiosignaal heeft
verzonden. De deurbel speelt de gekozen melodie.
7. Als het blauwe LED-lichtje op de knop niet gaat branden, is de batterij
zwak en moet deze worden vervangen. De batterij in de knop gaat
een jaar mee. De tijd kan variëren afhankelijk van de intensiteit en de
gebruiksomstandigheden.
Zorg en onderhoud
Draadloze digitale deurbel is een gevoelig elektronisch apparaat, en daarom
moeten de volgende voorzorgsmaatregelen worden genomen:
• Controleer af en toe de werking van de belknop en vervang tijdig de
batterijen. Gebruik alkalinebatterijen van goede kwaliteit met de
voorgeschreven parameters.
• Als u de deurbel lange tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterij uit
de belknop.
• Stel de knop en de bel niet bloot aan buitensporige schokken en stoten.
• Stel de knop en de bel niet bloot aan te hoge temperaturen en direct
zonlicht of vocht.
• Voor het reinigen gebruik een vochtig doekje met een beetje afwasmiddel,
gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief
kinderen) die door een lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk onvermogen
of door een gebrek aan ervaring of kennis niet in staat zijn het apparaat
veilig te gebruiken, tenzij zij onder toezicht staan of instructies hebben
61