Nederlands
spatwaterdichte en voor buitengebruik
goedgekeurde verlengkabel.
WAARSCHUWING
■ Tijdens het laden kan een verkeerde netspan‐
ning of een verkeerde netfrequentie leiden tot
overspanning in de draagbare voedingsspan‐
ning. De draagbare voedingsspanning kan
beschadigd raken.
► Zorg ervoor dat de netspanning en de net‐
frequentie van het elektriciteitsnet overeen‐
komen met de gegevens op het typeplaatje
van de draagbare voedingsspanning.
► Als de draagbare voedingsspanning in een
voertuig wordt opgeladen: zorg ervoor dat
de netspanning en de netfrequentie in het
voertuig overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje van de draagbare voe‐
dingsspanning.
■ Als de draagbare voedingsspanning op een
meervoudige contactdoos is aangesloten, kun‐
nen de elektrische onderdelen tijdens het
opladen worden overbelast. De elektrische
componenten kunnen warm worden en in
brand vliegen. Personen kunnen ernstig of
dodelijk letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
► Zorg ervoor dat de vermogensgegevens op
de meervoudige contactdoos niet worden
overschreden door het totaal van de gege‐
vens op het typeplaatje van de draagbare
voedingsspanning en alle op de meervou‐
dige contactdoos aangesloten elektrische
apparaten.
■ Een verkeerd gelegde laadkabel en verlengka‐
bel kunnen beschadigd raken en personen
kunnen hierover struikelen. Personen kunnen
letsel oplopen en de laadkabel of verlengkabel
kan worden beschadigd.
► Leg en kenmerk de laadkabel en verlengka‐
bel zodanig dat personen niet kunnen strui‐
kelen.
► Leg de laadkabel en verlengkabel zodanig
dat ze niet onder spanning staan of in elk‐
aar gewikkeld zijn.
► Leg de laadkabel en verlengkabel zodanig
dat ze niet beschadigd, geknikt of geplet
kunnen worden of schuren.
► Bescherm de laadkabel en verlengkabel
tegen hitte, olie en chemicaliën.
► Leg de laadkabel en verlengkabel op een
droge ondergrond.
■ Tijdens de werkzaamheden wordt de verleng‐
kabel warm. Wanneer de warmte niet kan wor‐
den afgevoerd, kan de warmte brand veroor‐
zaken.
154
► Als er een kabelhaspel wordt gebruikt: de
kabelhaspel volledig afwikkelen.
■ De draagbare voedingsspanning mag in een
voertuig worden gebruikt en opgeladen. Als de
draagbare voedingsspanning niet vakkundig in
een voertuig wordt gebruikt of opgeladen, kun‐
nen er voertuigonderdelen beschadigd raken.
Personen kunnen letsel oplopen en er kan
beschadiging optreden.
► Borg de draagbare voedingsspanning zoda‐
nig dat deze tijdens de rit niet kan kantelen
en verschuiven.
► Bouw de draagbare spanningsvoeding niet
vast in het voertuig in en gebruik deze niet
permanent in het voertuig.
► Geldende landelijke installatievoorschriften
worden bij aansluiting op het elektrische
systeem van het voertuig in acht genomen.
4.8
Vervoer
WAARSCHUWING
■ De draagbare voedingsspanning is niet
beschermd tegen alle invloeden van buitenaf.
Als de draagbare voedingsspanning wordt
blootgesteld aan bepaalde invloeden van bui‐
tenaf, kan deze beschadigd raken en kan er
materiële schade ontstaan.
► Zet de draaischakelaar in stand
► Koppel de draagbare voedingsspanning
los.
► Transporteer een beschadigde draagbare
voedingsspanning niet.
■ Tijdens het transport kan de draagbare voe‐
dingsspanning kantelen of verschuiven. Per‐
sonen kunnen letsel oplopen en er kan
beschadiging optreden.
► Borg de draagbare voedingsspanning met
spanbanden, een riem of een net dusdanig
dat deze niet kan verschuiven.
► Als de draagbare voedingsspanning is ver‐
pakt: verpak de draagbare voedingsspan‐
ning zodanig in de verpakking dat deze niet
kan verschuiven.
4.9
Opslag
WAARSCHUWING
■ Kinderen kunnen de gevaren van de draag‐
bare voedingsspanning niet herkennen en
deze niet inschatten. Kinderen kunnen ernstig
letsel oplopen.
► Zet de draaischakelaar in stand
► Koppel de draagbare voedingsspanning
los.
4 Veiligheidsinstructies
.
.
0458-014-9901-A