nld
Algemene veiligheidsvoorschriften
LET OP! Alle voorschriften lezen. Fouten bij de inachtneming van de onder-
staande voorschriften kunnen elektrische schokken, brand en / of ernstige
ongevallen veroorzaken. Het hierna volgende begrip „elektrisch apparaat"
heeft betrekking op via het stroomnet werkende elektrische gereedschappen
(met stroomkabel), op machines en op elektrische apparaten. Gebruik het
elektrische apparaat alleen waarvoor het bedoeld is en met inachtname van
de algemene veiligheids- en ongevalpreventievoorschriften.
VOLG DEZE VOORSCHRIFTEN GOED OP.
A) Werkplek
a) Houdt uw werkplek schoon en opgeruimd. Rommelige en onverlichte
werkplekken kunnen tot ongevallen leiden.
b) Werk met het elektrische apparaat niet in explosiegevaarlijke omge-
ving, waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden.
Elektrische apparaten veroorzaken vonken, die stoffen of dampen kunnen
ontsteken.
c) Houdt kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het
elektrische apparaat op afstand. Bij afleiding kunt u de controle over het
apparaat verliezen.
B) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische apparaat moet in het stop-
contact passen. De stekker mag in geen geval veranderd worden. Ge-
bruik geen adapterstekker in combinatie met een geaard elektrisch
apparaat. Originele stekkers en passende stopcontacten verkleinen het
risico op elektrische schokken. Is het apparaat met een veiligheidsscha-
kelaar uitgerust, dan mag het alleen op een beveiligd stopcontact aan-
gesloten worden. Gebruik het elektrische apparaat op bouwplaatsen, in
vochtige omgeving, buiten of in vergelijkbare situaties uitsluitend via een
30 mA aardlekschakelaar (Fl-schakelaar) op het net.
b) Vermijdt lichamelijk contact met geaarde oppervlaktes, zoals van bui-
zen, radiatoren, haarden en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risi-
co op een elektrische schok, als uw lichaam geaard is.
c) Houdt het apparaat van regen of vochtigheid vandaan. Het indringen
van water in een elektrisch apparaat verhoogt het risico op een elektrische
schok.
d) Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is,
b.v. om het apparaat te dragen, op te hangen of om de stekker uit het
stopcontact te trekken. Houdt de kabel verwijderd van hitte, olie,
scherpe kanten, of zich bewegende apparaatonderdelen. Beschadig-
de of verwikkelde kabel verhoogt het risico op een elektrische schok.
e) Als u buiten werkt met een elektrisch apparaat, gebruik dan uitslui-
tend een verlengkabel die daarvoor geschikt is. Met een geschikte ver-
lengkabel vermindert u het risico op een elektrische schok.
C) Veiligheid van personen
a) Wees opmerkzaam op wat u gaat doen, en ga met verstand aan het
werk met een elektrisch apparaat. Gebruik het elektrisch apparaat
niet, wanneer u moe bent of onder invloed van drugs, alcohol of medi-
camenten staat. Een moment van onoplettendheid bij gebruik van hert
apparaat kan tot ernstige ongevallen leiden.
b) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen en altijd een veiligheids-
bril. Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals stofmas-
ker, slipvaste veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of gehoorbeschermers,
al naar gelang het elektrische apparaat, vermindert het risico op ongevallen.
c) Vermijdt onbedoeld inschakelen. Wees er zeker van dat de schakelaar
in de positie „uit" staat, voordat de stekker in het stopcontact gesto-
ken wordt. Wanneer u bij het dragen van het elektrische apparaat uw vin-
ger op de schakelaar heeft of het apparaat ingeschakeld op het stroomnet
aansluit, kann dit tot ongevallen leiden. Zet nooit een tipschakelaar vast.
d) Verwijder instelgereedschappen of sleutels, voordat u het elektrisch
gereedschap inschakelt. Een gereedschap of sleutel, dat zich in een
draaiend apparaatdeel bevindt, kan voor verwondingen zorgen. Grijp nooit
in bewegende (draaiende) delen.
e) Overschat uzelf niet. Zorg voor een veilige stand en behoudt altijd uw
evenwicht. Daardoor kunt u in onverwachte situaties beter controle hou-
den over het apparaat.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde kleding of sieraden. Houdt
haren, kleding en handschoenen vewijderd van bewegende delen.
Losse kleding, sieraden of lange haren kunnen door bewegende delen ge-
grepen worden.
g) Wanneer stofafzuig- en opvanginstallaties gemonteerd kunnen wor-
den, vergewis u er van dat deze aangesloten zijn en juist gebruikt
worden. Het gebruik van deze installaties vermindert gevaren door stof.
h) Laat alleen geschoolde personen met het apparaat werken. Jeugdigen
mogen alleen met het apparaat werken, indien zie boven 16 jaar zijn,
wanneer dit voor het bereiken van hun opleidingsdoel noodzakelijk is en
wanneer zij onder toezicht staan van een vakkracht.
D) Zorgvuldige omgang met en gebruik van elektrische gereedschappen
a) Overbelast het elektrisch apparaat niet. Gebruik voor uw werk het daar-
voor bestemde elektrische apparaat. Met het geschikte elektrische ap-
paraat werkt u beter en veiliger in het aangegeven capaciteitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch apparaat waarvan de schakelaar defect is.
Een elektrisch apparaat, dat zich niet meer in- of uit laat schakelen, is ge-
vaarlijk en moet gerepareerd worden.
c) Haal de stekker uit het stopcontact, voordat u apparaatinstellingen
verricht, accessoires wisselt of het apparaat weglegt. Deze veilig-
heidsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het apparaat.
d) Berg ongebruikte elektrische apparaten buiten de reikwijdte van kin-
deren op. Laat personen het elektrische apparaat niet gebruiken, die
hiermee niet vertrouwd zijn of deze voorschriften niet gelezen heb-
ben. Elektrische apparaten zijn gevaarlijk, wanneer deze door onervaren
personen gebruikt worden.
e) Onderhoudt het elektrische apparaat met zorg. Controleer of bewe-
gende apparaatdelen probleemloos functioneren en niet knellen, of
delen gebroken of zo beschadigd zijn, dat het functioneren van het
elektrisch apparaat beïnvloed wordt. Laat beschadigde delen voor
gebruik van het elektrische apparaat door gekwalificeerd vakper-
soneel of door een geautoriseerde REMS servicewerkplaats repa-
reren.Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische
gereedschappen.
f) Houdt snijgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhou-
den snijgereedschap met scherpe snijkanten knellen minder en laten zich
gemakkelijk bedienen.
g) Zorg dat het werkstuk vaststaat. Gebruik spanklemmen of een bank-
schroef om het werkstuk vast te houden. Het wordt daardoor veiliger vast-
gehouden als met de hand, en u heeft bovendien beide handen vrij om het
elektrische apparaat te bedienen.
h) Gebruik het elektrische apparaat, accessoires, hulpgereedschappen
enz. conform deze voorschriften en zo, zoals het voor het specifieke
gereedschap voorgeschreven is. Neem daarbij de arbeidsvoorwaar-
den en de uit te voeren werkzaamheden in acht. Het gebruik van elek-
trische apparaten voor andere als de bedoelde toepassingen kan tot ge-
vaarlijke situaties leiden. Iedere eigenhandige wijziging aan een elektri-
sche apparaat is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
E) Zorgvuldige omgang en gebruik van accugereedschap
a) Wees er zeker van, dat het elektrische apparaat uitgeschakeld is,
voordat u de accu plaatst. Het plaatsen van de accu in een elektrisch
apparaat, dat ingeschakeld is, kan tot ongevallen leiden.
b) Laadt accu's uitsluitend op in laadapparaten, die door de fabrikant
aanbevolen worden. Voor een laadapparaat, dat voor een bepaalde
accu geschikt is, bestaat brandgevaar, wanneer het gebruikt wordt met an-
dere accu's.
c) Gebruik uitsluitend de voor in het elektrisch apparaat bedoelde accu's.
Het gebruik van andere accu´s kann tot ongevallen en brandgevaar leiden.
d) Houdt de niet gebruikte accu verwijderd van paperclips, munten, sleu-
tels, spijkers, schroeven of andere kleine metaaldelen, die een over-
brugging van de contacten tot stand kunnen brengen. Een kortsluiting
tussen de accucontacten kan verbrandingen of vuur tot gevolg hebben.
e) Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit de accu treden. Vermijdt contact
daarmee. Bij toevallig contact met water afspoelen. Wanneer de vloei-
stof in de ogen komt, roept u de hulp in van een arts. Uittredende
accuvloeistof kan tot huidirritaties of verbrandingen leiden.
f) Bij temperaturen van de accu/laadapparaat 5°C/40°F of 40°C/105°F
mag de accu/het laadapparaat niet gebruikt worden.
g) Voer beschadigde accu's niet in het huisvuil af, maar stuur deze in
naar een geautoriseerde REMS servicewerkplaats of een erkend
afvoerbedrijf.
F) Service
a) Laat uw apparaat alleen door gekwalificeerd vakpersoneel en met ori-
ginele onderdelen repareren. Daarmee wordt zeker gesteld, dat de vei-
ligheid van het apparaat behouden blijft.
nld