▸
Draag met lucht aangedreven
apparaten nooit bij de slang.
▸
Controleer aansluitingen en
voedingsleidingen.Alle onderhoudswerken,
koppelingen en slangen moeten m.b.t. druk
en luchthoeveelheid conform de technische
gegevens uitgevoerd zijn. Een te lage druk
belemmert de werking van het apparaat. Een
te hoge druk kan leiden tot materiële schade en
verwondingen.
▸
Bescherm de slangen tegen knikken,
vernauwingen, oplosmiddelen en
scherpe kanten. Houd de slangen op
afstand van hitte, olie en roterende
delen. Vervang een beschadigde slang
onmiddellijk.Een beschadigde voedings-
leiding kan leiden tot een rondslaande per-
sluchtslang en verwondingen veroorzaken.
Opwervelend stof of spanen kunnen ernstige
oogverwondingen veroorzaken.
▸
Let erop dat de slangklemmen altijd
stevig vastzitten.Los aangehaalde of be-
schadigde slangklemmen kunnen lucht ongecont-
roleerd laten ontsnappen.
Veiligheid van personen
▸
Wees opmerkzaam en let op wat u doet.
Ga verstandig te werk. Gebruik het
apparaat niet wanneer u moe of onder
invloed van geneesmiddelen, drugs of
alcohol bent.Eén moment van onoplettendheid
kan tot ernstige verwondingen leiden.
▸
Draag altijd uw persoonlijke
veiligheidsuitrusting en een slagvaste
veiligheidsbril.Het dragen van persoonlijke
veiligheidsuitrusting zoals ademhalingsbescher-
ming, antislipveiligheidsschoenen, handscho-
enen, veiligheidshelm en gehoorbescherming
conform de aanwijzingen van uw werkgever en
de arbeids- en gezondheidsbeschermingsvoor-
schriften verlaagt het risico op verwondingen.
▸
Vergewis u ervan dat het apparaat
uitgeschakeld is wanneer u het op de
luchttoevoer aansluit. Als u het apparaat
ingeschakeld op de luchttoevoer aansluit, kan
dat leiden tot ongevallen.
▸
Transporteer het apparaat alleen
uitgeschakeld. Indien bij het transport van het
apparaat de hoofdschakelaar onbedoeld inge-
drukt wordt, kan dat tot ongevallen leiden.
Bijzondere veiligheidsaanwijzingen
▸
Verwijder na onderhoudswerken of
reparaties alle werktuigen voordat u
het apparaat opnieuw inschakelt.Een
werktuig dat zich in een draaiend deel van het
apparaat bevindt, kan verwondingen veroorz-
aken.
▸
Zorg dat u stevig staat.Vermijd
ongunstige lichaamshoudingen waarin
het moeilijk is om het evenwicht te
bewaren. Er kunnen onverwachte bewegingen
van de machine ontstaan ten gevolge van
reactiekrachten of door breuk van het werktuig.
Door stevig te staan en een geschikte houding
in te nemen, kunt u het apparaat in onverwachte
situaties beter controleren.
▸
Draag gepaste kleding. Draag geen
wijde kleding of sieraden. Houd haren,
sieraden, kleding en handschoenen weg
van het apparaat.Er kan gevaar voor verstik-
king, scalperen en/of snijwonden bestaan.
▸
Adem de afvoerlucht niet direct
in. Voorkom dat de afvoerlucht in
de ogen belandt. De afvoerlucht
van het apparaat kan water, olie,
materiaaldeeltjes en verontreinigingen
uit de compressor bevatten.Dat kan leiden
tot schade aan de gezondheid.
Veiligheid bij de omgang met het
apparaat
▸
Gebruik spaninrichtingen of een
schroefstok om het werkstuk vast te
houden en te ondersteunen.Er moet
verzekerd worden dat het werkstuk
stevig bevestigd is.Wanneer u het werkstuk
met de hand vasthoudt of tegen het lichaam
drukt, kunt u het apparaat niet goed bedienen en
bestaat er verwondingsgevaar.
▸
Het apparaat mag niet overbelast
worden. Gebruik voor uw werk het
daarvoor bestemde apparaat.Met het
passende apparaat werkt u veiliger en beter in
het aangegeven vermogensbereik.
67