GEBRUIKSHANDLEIDING
INSTALLATIE
Zoek een geschikt oppervlak en een geschikte plaats voor de installatie van het instrument. Het
montageoppervlak moet in staat zijn de momentmeter tijdens de werking te kunnen dragen.
Indien nodig boort u gaten in het oppervlak en draadsnijdt u deze. Neem hierbij als uitgangspunt de
maat (G) die overeenkomt met de afstand tussen de middelpunten van de twee bevestigingsgaten van
de dynatester.
Bevestiging
Modellen 680/3 en 680/30: om het dynatester aan het oppervlak te bevestigen, gebruikt u
cilinderschroeven met binnenzeskant ISO 4762 - M6 - 8.8 (niet inbegrepen in de kit)
Aanbevolen aanhaalmoment: 7.3 Nm
Modellen 680/350 en 680/2100: om de dynatester aan het oppervlak te bevestigen gebruikt u
cilinderschroeven met binnenzeskant ISO 4762 - M10 - 12.9 (niet inbegrepen in de kit)
Aanbevolen aanhaalmoment: 35 Nm
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Sluit de juiste stekker aan op de contactdoos van de stroomvoorziening. Sluit de USB-kabel aan op de
stroomvoorziening en het instrument.
Het display wordt ingeschakeld, de momentmeter is klaar voor gebruik.
GEBRUIK VAN HET INSTRUMENT
1. Kies de werkwijze
2. Selecteer de target
3. Selecteer de meeteenheid
4. Plaats de draaimomentschroevendraaier/momentsleutel op de transducer, gebruik indien nodig
verbindingsaccessoires (bijv. geschikte hulzen) en oefen kracht uit in de gewenste richting
5. Verwijder de draaimomentschroevendraaier / momentsleutel en reset het display (indien nodig) door
op de RESET-knop te drukken.
6. Herhaal handeling 4. van de meting
WERKWIJZEN
Beschrijving van het display
1) Gekozen werkwijze
2) Ingestelde targetwaarde
3) Gemeten waarde
4) Gekozen meeteenheid
5) Indicator van het uitgeoefende draaimoment
60
NL