e) Gebruik geen beschadigde of gewijzigde
accu's of instrumenten. Beschadigde of
gewijzigde accu's kunnen onvoorspelbaar
gedrag vertonen, wat kan leiden tot
brand, explosie of risico op letsel.
f) Stel een accu niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen. Blootstelling aan
vuur of temperaturen boven 130°C kan
explosies veroorzaken. OPMERKING
De temperatuur "130°C" kan worden
vervangen door de temperatuur "265 ° F".
g) Volg alle oplaadinstructies en
laad de accu niet op buiten het
in de instructies gespecificeerde
temperatuurbereik. Onjuist opladen of bij
temperaturen buiten het gespecificeerde
bereik kan de accu beschadigen en
het risico op brand vergroten.
6) Assistentie
a) Laat het elektrisch gereedschap
repareren door gekwalificeerd personeel
en gebruik alleen originele onderdelen.
Op die manier wordt de veiligheid van het
elektrisch gereedschap in stand gehouden.
b) Herstel geen beschadigde accu's.
Onderhoud aan de accu mag alleen
worden uitgevoerd door de fabrikant
of geautoriseerde serviceproviders.
2.2
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSNORMEN
VOOR KETTINGZAGEN EN
ELEKTRISCHE ZAGEN
• Blijf met al uw lichaamsdelen uit de buurt
van de zaagketting terwijl de kettingzaag in
werking is. Voor de kettingzaag te starten,
controleren of de zaagketting nergens mee
in aanraking komt. Als u even niet oplet terwijl
u de kettingzaag gebruikt, kan uw kleding of
lichaam in de zaagketting verstrikt raken.
• Pak met uw rechter hand de achterste
handgreep vast en met uw linkerhand de
voorste handgreep. Nooit de kettingzaag
andersom vastpakken omdat dan het
risico op persoonlijk letsel toeneemt.
• Houd het elektrisch werktuig enkel vast
bij de geïsoleerde oppervlakten van de
handgrepen, aangezien het de getande
ketting in aanraking zou kunnen komen
met verborgen kabels. De aanraking van
de getande ketting met een kabel onder
spanning kan de metalen delen van het
werktuig onder spanning zetten en een
elektroshock aan de bediener veroorzaken.
• Draag een veiligheidsbril en
gehoorbeschermingen. Verder wordt
een beschermhelm aanbevolen en
beschermschoenen en -handschoenen.
Door het dragen van geschikte beschermkleding
verlaagt u de kans op verwondingen
die veroorzaakt kunnen worden door
wegspringend houtafval of het per ongeluk
in aanraking komen met de zaagketting.
• Gebruik de kettingzaag niet in een boom. Het
gebruik van een kettingzaag terwijl u in een boom
geklommen bent, kan verwondingen veroorzaken.
• Ga altijd op een goed steunpunt staan
en laat de kettingzaag alleen draaien als
u op een stevig, veilig en vlak oppervlak
staat. Als u op een gladde of instabiele
ondergrond staat, zoals bijvoorbeeld
een ladder, kunt u uw evenwicht of de
controle over de kettingzaag verliezen.
• Als u een onder spanning staande tak
afzaagt, moet u op het risico van eventuele
terugslag letten. Als de spanning van de
houtvezels vrijkomt, kan de onder spanning
staande tak de bediener een tik geven en/of kan
hij de controle over de kettingzaag verliezen.
• Wees uiterst voorzichtig als u struiken
en jonge boompjes afzaagt. Dun materiaal
kan in de zaagketting verstrikt raken waardoor
het in uw richting kan wegspringen en/
of u uw evenwicht kunt verliezen.
• Draag de kettingzaag aan de voorste
handgreep als hij uitgeschakeld is
en van uw lichaam af gekeerd. Als de
kettingzaag vervoerd of opgeborgen
wordt moet altijd de bladbescherming
aangebracht worden. Gebruik de
kettingzaag correct om de mogelijkheid op
toevallige aanraking met de beweeglijke
tandketting tot een minimum te herleiden.
• Houd u aan de aanwijzingen voor het
smeren, het spannen van de ketting en
het verwisselen van accessoires. Een
verkeerd gespannen of gesmeerde ketting kan
breken en verhoogt de kans op terugslag.
• Houd de handgrepen droog, schoon
en vrij van olie en vet. Een vette
handgreep is glad en hierdoor kunt u de
controle over de kettingzaag verliezen.
• Alleen hout zagen. De kettingzaag niet voor
andere doeleinden gebruiken dan hier
voorzien zijn. Bijvoorbeeld: de kettingzaag
niet gebruiken voor het zagen van plastic,
bouwmateriaal of ander materiaal dan
hout. Het gebruik van de kettingzaag voor
andere doeleinden dan waarvoor hij bedoeld
is, kan leiden tot gevaarlijke situaties.
NL - 4