1
N
L1
L2
L3 PE
Afb. 6
max. 2 Nm
Afb. 7
Bekabeling
2
3
1
N
L1
L2
4
5
2
S3
SW
EN
L3 PE
SW
Neem bij de bekabeling van het laadsysteem alle aan-
wijzingen uit hoofdstuk 1 in acht en ga als volgt te werk:
•
Bereid de netaansluitleiding overeenkomstig voor
(Ø 10 - 20 mm // max. 5*6 mm²) en verbind deze, zoals
weergegeven op afb. 6 - nr. 1. In de weergave wordt
de netaansluiting via drie fases weergegeven. Om het
laadsysteem via een fase op het net aan te sluiten,
gebruikt u N, L1 en PE.
•
Configureer de maximale laadstroom van 6 A tot 16 A
met behulp van de draaischakelaar S3, zoals weerge-
geven op afb. 6 - nr. 4.
0 = 6 A (voorinstelling), 1 = 8 A, 2 = 10 A, 3 = 12 A,
4 = 14 A, 5 ... 9 = 16 A
•
Optioneel: Bereid de gegevensleidingen (Digital-In
(EN) / Out (SW) en LAN) voor en verbind deze, zoals
weergegeven op afb. 6 - nr. 2 & 3. Voor het verbinden
van een externe blokkeerinrichting via Digital-IN
verwijdert u vooraf de kabelbrug.
Breng zoals weergegeven op afb. 6 - nr. 5 de trek-
ontlasting aan en fixeer de gegevensleidingen met
kabelbinders. Monteer de onderste afdekking van het
laadsysteem zoals weergegeven op afb. 7.
6
7
S3
EN
max. 2,5 Nm
Nederlands
3
4
5
83