kan terugstromen, zodat het ontstaan van gevaarlijk drukken voorkomen wordt wanneer de afvoer gesloten
wordt of wanneer men probeert drukwaarden in te stellen die boven de toegestane maximumwaarden liggen.
Het identificatieplaatje (21) vermeldt het serienummer en de belangrijkste technische kenmerken van de
pomp.
OPGELET
• Indien tijdens de gebruiksperiode het identificatieplaatje beschadigd wordt, dan moet je contact opnemen
met de verkoper of met een bevoegde bijstandsdienst voor vervaging.
OPGELET
• De pomp is uitsluitend bestemd voor de volgende gebruiksdoeleinden:
- besproeiing en verdelging in tuinen, serres, gazons en gewassenkweek van beperkte afmetingen;
- sproeien van desinfectiemiddelen en/of reinigingsproducten;
- pompen van reiniging- en kleurmiddelen in waterige oplossingen;
- pompen van water voor gebruik niet bestemd voor levensmiddelen.
• De pomp is niet bedoeld voor het pompen van:
- waterige oplossingen met densiteit en viscositeit hoger dan die van water.
- oplossingen van chemische producten waarvan men geen zekerheid heeft omtrent de compatibiliteit met
de bouwmaterialen van de pomp;
- zeewater of water met een hoog zoutgehalte;
- verbranding- of smeerproducten, van welke aard dan ook;
- ontvlambare vloeistoffen en vloeibare gassen;
- vloeistoffen bestemd voor levensmiddelen;
- oplosmiddelen en verdunningsmiddelen, van welke aard dan ook;
- alle soorten verf;
- vloeistoffen met temperaturen hoger dan 40°C of lager dan 5°C;
- vloeistoffen die korrels of vaste deeltjes in suspensie bevatten.
• De pomp mag niet gebruikt worden voor het wassen van: personen, dieren, elektrische apparatuur onder
spanning, kwetsbare voorwerpen, de pomp zelf of de machine die de pomp bevat;
• De (standaard en optionele) accessoires die samen met de pomp gebruikt worden moeten goedgekeurd
worden door de Fabrikant;
• De pomp is niet geschikt voor gebruik in ruimtes waar bijzondere condities heersen, bijvoorbeeld met
corroderende of explosieve atmosfeer.
• Contacteer de technische bijstandsdienst van de Fabrikant voor het gebruik aan boord van voertuigen,
schepen of vliegtuigen, daar eventueel aanvullende voorschriften vereist zijn.
ELK ANDER GEBRUIK WORDT ALS ONEIGEN GEBRUIK BESCHOUWD.
DE FABRIKANT KAN ZICH NIET AANSPRAKELIJK STELLEN VOOR EVENTUELE SCHADE DIE VOORKOMT UIT
ONEIGEN OF VERKEERD GEBRUIK.
OPGELET
• Ongeschikte optionele accessoires beslechten de correcte werking van de pomp en kunnen de pomp gevaarlijk
maken. Gebruik uitsluitend originele en door de Fabrikant aanbevolen optionele accessoires.
• Voor de algemene voorschriften en waarschuwingen inzake veiligheid, installatie en onderhoud van de
optionele accessoires wordt verwezen naar het bij de accessoires gevoegde documentatiemateriaal.
Het is mogelijk de standaarduitrusting van de pomp uit te breiden met de volgende reeks accessoires:
• aanzuigfilter (meestal bodemkorf genoemd) Ø 15 (enkel 8 - 18);
• aanzuigfilter Ø 18 (enkel 20/20- 25);
• rechte aanzuigkoppeling Ø 23 (enkel 20/20 - 25);
80
IDENTIFICATIEPLAATJE
GEBRUIKSDOELEINDE
OPTIONELE ACCESSOIRES