• Open geen op de pomp gemonteerde kraantjes indien deze niet aangesloten zijn op een stopinrichting die
het accidenteel naar buiten stromen van de gepompte vloeistof verhindert.
• Wijzig niet eigenmachtig de bedieningselementen en veiligheidsinrichtingen.
• De aansluiting op het elektriciteitsnet van de machine die de pomp bevat moet verricht worden door een
Gekwalificeerde Elektricien die de betreffende wetgeving uit het land van gebruik respecteert.
• De werking van de machine die de pomp bevat is verboden in gesloten ruimtes indien deze aangedreven
wordt door een explosiemotor.
OPGELET
• Voer de voorafgaande handelingen uit bepaald door de Fabrikant van de machine die de pomp bevat.
• Controleer dat alle perspunten gesloten zijn of in gesloten positie aangesloten zijn op gebruiksvoorzieningen
(bijvoorbeeld een gesloten kraan of een sproeituit in gesloten positie).
• Overschrijd in geen enkel geval de maximum opblaasdruk van de accumulator (indien aanwezig), vermeld
in de onderstaande tabel.
• Laat een
GESPECIALISEERDE TECHNICUS
a) Controleer op een stilstaande pomp dat het oliepeil het merkstreepje op de behuizing niet overschrijdt
en hier ook niet meer dan 2÷3 mm onderstaat (zie tevens afbeelding 4). Denk eraan dat het oliepeil altijd
moet afgelezen worden op een stilstaande en geheel afgekoelde pomp.
Raadpleeg voor bijvulling de soorten smeermiddelen vermeld in paragraaf
.
GEGEVENS"
OPGELET
• De pompen 8, 18, 20/20 en 25, zijn niet uitgerust met een volumetrische compensator. Contacteer derhalve
voor bijvulling een
b) Controleer of de opblaasdruk in de drukaccumulator correct is, met behulp van een gewoon
persluchtpistool met manometer, zoals gebruikt wordt voor de bandspanning van autobanden (enkel
voor 20/20 en 25)
De opblaasdruk is afhankelijk van het drukgebied waarin de pomp moet werken (zie onderstaande tabel):
WAARSCHUWING
• Bij toepassingen waarin de pomp door een cardanas wordt aangedreven moet men voorkomen dat er op
de pompas gedrukt wordt door een foutief gebruik van de cardanas (onvoldoende smering van de glijdende
delen, draaistralen niet compatibel met het type cardanas dat gebruikt wordt).
• Bij gebruik bij zeer lage temperaturen moet men nagaan of er geen ijs gevormd wordt in de pomp.
• Voer de gewone onderhoudsinterventies uit, met speciale aandacht voor de controle van de olie.
OPGELET
• Niet aansluiten op het drinkwaternet.
• Alle leidingen moeten stevig bevestigd worden aan de overeenkomstige koppelingen met behulp van
sluitklemmen.
Voor de hydraulische aansluitingen op het aanzuig-, pers- en en bypasscircuit wordt verwezen naar
afbeelding 3 (voorbeeld van een algemeen overzichtsschema van een machine die de pomp bevat) en naar
de volgende tabel:
82
VOORAFGAANDE HANDELINGEN
GESPECIALISEERDE TECHNICUS
WERKDRUK POMP
bar
2 - 5
29 - 73
5 - 10
73 - 145
10 - 25
145 - 363
HYDRAULISCHE AANSLUITING
de controles uitvoeren beschreven in het buitengewoon onderhoud.
.
OPBLAASDRUK ACCUMULATOR
psi
bar
2 - 5
5 - 7
"KENMERKEN EN TECHNISCHE
psi
2
29
29 - 73
73 - 102