Descargar Imprimir esta página

Fein BLK3.5E Manual De Instrucciones página 29

Ocultar thumbs Ver también para BLK3.5E:

Publicidad

De inzetgereedschappen zijn scherp. Breng uw hand
nooit in de buurt van de inzetgereedschappen. Aanra-
ken van de inzetgereedschappen kan tot letsel leiden.
Bescherm bij werkzaamheden op hoogte het werkge-
bied en de ruimte eronder tegen vallende spaanders en
het elektrische gereedschap zelf. Vallende voorwerpen
kunnen tot letsel leiden.
Zet het werkstuk vast. Een in een spanvoorziening vast-
gezet werkstuk wordt steviger vastgehouden dan in uw
hand.
Er mogen geen plaatjes of symbolen op het elektrische
gereedschap worden geschroefd of geniet. Een bescha-
digde isolatie biedt geen bescherming tegen een elektri-
sche schok.
Gebruik geen toebehoren dat niet speciaal door de
fabrikant van het elektrische gereedschap is ontwik-
keld of vrijgegeven. Een veilig gebruik is niet alleen
gegeven door het feit dat een toebehoren op uw elek-
trische gereedschap past.
Reinig de ventilatieopeningen van het elektrische
gereedschap regelmatig met een niet-metalen gereed-
schap. De motorventilator zuigt stof in het machine-
huis. Dit kan bij overmatige ophoping van metaalstof
elektrische gevaren veroorzaken.
Controleer voor de ingebruikneming de netaansluitka-
bel en de netstekker op beschadigingen.
Advies: Gebruik het elektrische gereedschap altijd via
een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA of minder.
Emissiewaarden voor trillingen en geluid
De in deze gebruiksaanwijzing vermelde trillings- en
geluidsemissiewaarden zijn gemeten volgens een in EN
62841 genormaliseerde meetmethode en kunnen wor-
den gebruikt om elektrische gereedschappen te verge-
lijken. Zij zijn ook geschikt voor een voorlopige
beoordeling van de blootstelling aan trillingen en lawaai.
De aangegeven trillings- en geluidsemissiewaarden
vertegenwoordigen de belangrijkste toepassingen
van het elektrische gereedschap.
Indien het elektrische gereedschap echter wordt
gebruikt voor andere toepassingen, met ander inzetge-
reedschap of bij onvoldoende onderhoud, kunnen de
totale trillingswaarden en de geluidsemissiewaarden
afwijken. Dit kan de blootstelling aan trillingen en lawaai
over de gehele werkperiode aanzienlijk verhogen.
Voor een nauwkeurige schatting van de blootstelling
aan trillingen en geluid moet ook rekening worden
gehouden met de tijden dat het apparaat is uitgescha-
keld of draait, maar niet daadwerkelijk wordt gebruikt.
Dit kan de blootstelling aan trillingen en lawaai over de
gehele werkperiode aanzienlijk verminderen.
Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen in om de
bediener te beschermen tegen de effecten van tril-
lingen en lawaai, zoals: onderhoud van elektrische
gereedschappen en inzetgereedschappen, warm
houden van de handen, organisatie van het
arbeidsproces.
Bedieningsvoorschriften.
Beweeg het elektrische gereedschap alleen inge-
schakeld naar het werkstuk.
Houd het elektrische gereedschap tijdens het knippen
zo veel mogelijk haaks op het werkstukoppervlak.
Geleid het elektrische gereedschap gelijkmatig en licht
duwend in de kniprichting. Te sterk duwen vermindert
de levensduur van de inzetgereedschappen aanzienlijk.
Werk met het elektrische gereedschap bij continu
gebruik alleen in de hoogste toerentalstand (6)
(zie pagina 6).
Zaag met de toerentalstanden (1 ... 5) alleen gedurende
korte tijd, bijvoorbeeld nauwkeurig langs een zaaglijn.
Dit geldt in het bijzonder voor werkzaamheden met
materialen met de maximaal toegestane dikte.
Knip geen metaalplaat op plaatsen waar de plaat gelast
is. Knip geen metaalplaat in lagen die samen de maxi-
male materiaaldikte overschrijden.
Ter verlenging van de levensduur van stempels en
matrijzen wordt geadviseerd om langs de beoogde kni-
plijn een smeermiddel aan te brengen:
– voor het knippen van staalplaat: snijpasta of snijolie,
– voor het knippen van aluminium: petroleum.
Voor het uitknippen van een uitsparing moet er wor-
den voorgeboord. Zie voor de diameter van het boor-
gat de „Technische gegevens".
Schakel het elektrische gereedschap pas uit nadat u het
uit het knipspoor heeft getrokken.
Het teken voor versleten stempels en matrijzen is een
duidelijk toegenomen vereiste aandrukkracht en een
geringe werksnelheid.
De stempel (niet de matrijs) kan worden geslepen als de
lengte van de geslepen stempel minstens even groot is
als de minimumlengte van de matrijs.
Matrijs
BLK3.5E (**):
3 13 09 093 00 3
3 13 09 094 00 1
BLK5.0E (**):
3 13 09 109 00 2
3 13 09 107 00 0
3 13 09 108 00 8
BLK3.5E (**): Bij het knippen volgens sjabloon wordt de
sjabloon met het onderste cilindrische gedeelte van de
stempelvoering afgetast. De afstand tussen sjabloon en
feitelijke snijkant bedraagt 2,5 mm.
De sjabloon moet minstens 2 mm dik zijn. De totale
dikte van sjabloon en werkstuk mag 5,5 mm niet over-
schrijden.
nl
Minimumlengte van de stempel
51,5 mm
51,5 mm
58,8 mm
56,5 mm
kan niet worden geslepen
29

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Blk5.0e