stand zijn gekomen. Letselge-
vaar door scherp werktuig.
• Schakel het apparaat uit wan-
neer u het wenst te transpor-
teren, op te tillen of te kan-
telen en wanneer er andere
oppervlakten dan gras over-
gestoken worden.
• Laat het apparaat nooit zon-
der toezicht op de werkplaats
achter. Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen.
• Schakel het apparaat uit en
trek de netstekker uit. Verze-
ker u ervan dat alle bewegen-
de delen volledig tot stilstand
zijn gekomen:
- Altijd wanneer u de machine
verlaat
- Voordat u de uitwerpopening
reinigt of blokkeringen of ver-
stoppingen verhelpt
- Wanneer het apparaat niet
gebruikt wordt
- voordat u de machine con-
troleert, reinigt of repareert
- Wanneer de voedingskabel
beschadigd of vastgeraakt is
- na contact met een vreemd
voorwerp. Controleer de
machine eerst op schade en
verricht de nodige reparaties
voordat u het de machine op-
nieuw opstart en gebruikt.
Als de machine abnormaal
sterk begint te trillen, voer dan
onmiddellijk een controle uit:
- controleer de machine op
beschadigingen;
- repareer alle beschadigde
onderdelen;
- controleer de machine op
losse delen en maak deze
weer vast.
• Bewaar het apparaat op een
droge plaats en buiten de reik-
wijdte van kinderen.
Opgepast! Zo vermijdt u
beschadigingen aan het ap-
paraat en eventueel daaruit
voortvloeiende, lichamelijke
letsels:
Onderhoud uw apparaat
• Schakel het apparaat uit en til
het op als u het over trappen
transporteert.
• Controleer altijd voordat u de
machine inschakelt of alle
schroeven, moeren, bouten en
andere bevestigingselemen-
ten goed vastgedraaid zijn en
of de veiligheidsvoorzienin-
gen en het veiligheidsrooster
aanwezig zijn. Versleten of
beschadigde stickers moeten
worden vervangen. Gebruik
het apparaat niet wanneer
er veiligheidsmechanismen
(bijvoorbeeld beschermingsin-
richting tegen stoten), onder-
delen van de snoei-inrichting
of bouten ontbreken, versleten
of beschadigd zijn. Controleer
in het bijzonder de voedings-
kabel en de starthefboom op
beschadiging. Ter preventie
van een balanceerfout mogen
beschadigde werktuigen en
bouten enkel per set uitgewis-
seld worden.
• Gebruik het apparaat nooit
met defecte veiligheidsinrich-
tingen of- afdekkingen, zonder
afschermingen of met bescha-
digde of versleten kabels.
NL
47