8.5.
Zekeringen: vervanging
Handeling uit te voeren met uitgeschakelde machine en verwijderde sleutel.
•
Draai de contactsleutel (fig. C, ref. 1) naar de stand "0" .
•
til het zekeringdeksel op (fig. C ref. 18, ref. N).
•
controleer de zekeringen (fig. N
•
monteer een nieuwe zekering.
•
sluit het deksel.
Zekeringentabel: Zie voor de complete zekeringentabel, de catalogus van de
reserveonderdelen.
Installeer nooit zekeringen met een hoger amperage dan voorzien.
Indien een zekering blijft doorbranden, moet het defect in de bedrading, de kaarten
(indien aanwezig) of in de motoren opgezocht en gerepareerd worden: laat de
machine door gekwalificeerd technisch personeel nakijken.
8.6. Vervanging / Installatie flappen
Handeling uit te voeren met uitgeschakelde machine en verwijderde sleutel.
Elke 50 werkuren, of indien nodig, moeten de flappen gecontroleerd worden en als ze
versleten zijn als volgt vervangen worden:
8.2.1. Zijflappen
• Open de zijbeplating (fig. O – fig. P).
• Draai met een schroevendraaier de bevestigingsbouten van de flappen los (fig.
O – fig. P).
• Vervang de versleten flappen (fig. O – fig. P).
Ga voor de montage in omgekeerde volgorde te werk.
8.2.2. Achterste flap
• Open de linker zijplaat (fig. E).
• Verwijder het deksel van de borstelruimte (fig. F).
• Verwijder de achterste flap (fig. Q, ref.1).
• Vervang de versleten achterste flap (fig. Q, ref.1).
Ga voor de montage in omgekeerde volgorde te werk.
8.2.3. Voorste flap
• Demonteer de twee zijborstels (fig. H).
• Draai met een schroevendraaier de bevestigingsbouten van de versleten voorste
flap los (fig. Q, ref. 2).
ATTENTIE
ATTENTIE
! GEVAAR
NEDERLANDS
17