Export Config. : het exporteren op een USB-stick van de in gebruik zijnde «USER» instellingen en JOBS (PORTABILITY\CONFIG).
Import JOB : importeren van JOBS aanwezig in het repertoire USB/Portability vanaf een USB stick.
Export JOB : het exporteren op een USB-stick van JOBS volgens de procedures, in het repertoire PORTABILITY\JOB.
TRACEABILITY
Met deze besturing kunnen alle stappen van een lasoperatie tijdens een industriële productie, rups na rups, worden getraceerd en geregistreerd.
Dankzij deze kwalitatieve benadering kan er een analyse en een evaluatie van de kwaliteit van het laswerk gerealiseerd worden, en is het mogelijk
een rapport en documentatie van de opgeslagen las-instellingen te maken. Deze functionaliteit maakt een nauwkeurige en snelle verzameling en
opslag van de gevraagde gegevens volgens EN ISO 3834 mogelijk. Deze gegevens kunnen weer worden opgehaald via een USB stick.
1-
Het creëren van traceability
Kies «START»
4-
Volledige traceability
Passage (ON/OFF)
Las (ON/OFF)
Temperatuur (ON/OFF)
Lengte (ON/OFF)
5-
Tonen Lasklus/Lasrups
Links bovenaan worden de Naam van
de lasklus en het n° van de lasrups
getoond.
(Het n° van de lasrups loopt automa-
tisch op en kan niet worden gewijzigd)
AUTOPULSE 220
2-
Creatie van een lasklus
Kies «REC»
Ter herinnering :
- ON
• Een LASRUPS komt overeen met een lascyclus.
• Een PASSAGE komt overeen met het lassen van de gehele omtrek of lengte van het werkstuk.
• De LAS is de voltooide verbinding van twee aan elkaar gelaste stukken. De las bestaat dus uit
één of meerdere passages.
• De gehele LASKLUS bestaat uit één of meerdere afgewerkte lassen.
• • Temperatuur
• Lengte
ON : Lengte van de lasrups
*
de meeteenheden worden getoond volgens de keuze in INSTELLINGEN/Meeteenheden.
*
6-
Identificatie
Aan het eind van iedere lasrups wordt
een identificatiescherm getoond : N°
passage, N° Las, Temperatuur van
het werkstuk en/of de lengte van de
lasrups.
ON : Temperatuur van het te lassen onderdeel aan het begin van de lasrups.
*
3-
Eenvoudige traceability
Naam van de lasklus
Meetinterval :
- Hold : Geen registratie van de waarden
Stroom/Spanning.
- 250 ms, 500 ms, enz. : Registratie van
de waarden Stroom/Spanning bijvoorbeeld
iedere X milliseconden of seconden.
7-
Validatie
De validatie kan worden gerealiseerd op
de IHM of met een druk op de trekker
NL
- OFF
91