NL | Draadloos weerstation
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt.
Specificaties
Klok automatisch ingesteld door DCF-signaal
Tijdsindeling: 12/24 uur
Binnentemperatuur: -5 °C tot +50 °C
Buitentemperatuur: -20 °C tot +60 °C
Nauwkeurigheid van de temperatuurmeting: ±1 °C voor 0 °C tot +40 °C bereik, ±2 °C buiten dit bereik
Luchtvochtigheid binnen en buiten: 20 tot 90% RH
Nauwkeurigheid van de vochtigheidsmeting: ±5 % RH in 40 % tot 70 % RH-bereik, ±8 % RH buiten dit bereik
Sensor signaalbereik: tot 30 m in een open ruimte
Zendfrequentie: 433 MHz, 10 mW e.r.p. Max.
Aantal sensoren: max. 3
Voeding:
Hoofdstation: 2× 1,5 V AA-batterijen (niet inbegrepen)
Sensor: 2× 1,5 V AA batterijen (niet inbegrepen)
Afmetingen:
Hoofdstation: 51 × 140 × 104 mm
Sensor: 35 × 65 × 100 mm
Beschrijving weerstation – Knoppen (Fig. 1)
1 – Scherm
2 – Tijdinstellingen
3 – Alarminstellingen
4 – MEM/pijl-omlaag
5 – CH/pijl omhoog
6 – SNOOZE/LICHT
Beschrijving Display (fig. 2)
1 – Tijd
2 – Weersvoorspelling
3 – Sensor kanaal nummer
4 – Status Draadloze communicatie met sensor
Beschrijving van de sensor (fig. 3)
1 – LED
2 – Kanaal nummer; temperatuur en vochtigheid
3 – Gat t.b.v. Wandmontage
Opmerking: het scherm van de sensor schakelt elke 4 seconden tussen temperatuur- en vochtigheidsmetingen.
Attentie
Gebruik alleen 1,5 V alkalinebatterijen van hetzelfde type; gebruik geen oplaadbare 1,2 V-batterijen.
De lagere spanning kan ervoor zorgen dat beide eenheden niet functioneren.
Het apparaat in gebruik nemen
1. Plaats eerst batterijen in het weerstation (2× 1,5 V AA), vervolgens in de draadloze sensor (2× 1,5 V AA). Zorg ervoor
dat de polariteit correct is bij het plaatsen van de batterijen om beschadiging van het weerstation en/of de sensor
te voorkomen.
2. Plaats deze naast elkaar. Het
sorsignaal binnen 5 minuten. Als het sensorsignaal niet wordt gedetecteerd, gaat u opnieuw verder vanaf stap 1 of
gebruikt u een dun voorwerp (bijvoorbeeld een potlood of een paperclip) om op de RESET-knop aan de achterkant van
het station en in het batterijcompartiment van de sensor in te drukken.
3. Als de buitentemperatuurmeting van het scherm verdwijnt, drukt u op de SENSOR-knop op het station. Het station
gaat op zoek naar het sensorsignaal.
4. We raden aan om de sensor aan de noordkant van het huis te plaatsen. Het bereik van de sensor kan aanzienlijk
afnemen in gebieden met veel obstakels. De sensor is bestand tegen druppelend water; het mag echter niet worden
blootgesteld aan aanhoudende regen. Plaats de sensor niet op metalen voorwerpen, omdat dit het zendbereik zal
verminderen. Gebruik de sensor alleen in verticale positie. Als het
weerstation in het buitentemperatuurveld of als het
u de batterijen in de sensor.
5. Als het scherm van het station moeilijk te lezen is of slecht verlicht is, vervangt u de batterijen in het station.
7 – RCC – DCF signaalontvangst
8 – SENSOR
9 – °C/°F schuifregelaar
10 – RESET
11 – Batterij compartiment
5 – Buitentemperatuur en luchtvochtigheid
6 – Binnentemperatuur en luchtvochtigheid
7 – Alarm
4 – RESET knop
5 – Kanaal schakelaar (CH 1, 2, 3)
6 – Batterij compartiment
pictogram knippert op het scherm; het weerstation detecteert het externe sen-
pictogram op het scherm van de sensor verschijnt, vervangt
9
; DCF-signaalontvangst
pictogram verschijnt op het scherm van het