Wilo Sub TWU 4 Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 117

Ocultar thumbs Ver también para Sub TWU 4 Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 67
3 Bevestig het product met het meegeleverde bevesti-
gingsmateriaal aan de steunen. Let op dat het type-
plaatje naar boven wijst!
4 Als het aggregaat is geïnstalleerd, kan het buizenstel-
sel worden aangebouwd of een kant-en-klaar buizen-
stelsel worden aangesloten. Let op dat de
drukaansluitingen op gelijke hoogte liggen.
5 Sluit de drukbuis aan op de drukaansluiting. Tussen de
flenzen van de buisleiding en het aggregaat moet een
afdichting worden aangebracht. Draai de bevestigings-
schroeven kruisgewijs aan, zodat de afdichting niet
beschadigd raakt. Controleer of het buizenstelsel tril-
lingsvrij en spanningsvrij is gemonteerd (gebruik even-
tueel elastische verbindingsstukken).
6 Leg de kabels zodanig dat zij nooit (tijdens het bedrijf,
bij onderhoudswerkzaamheden, enz.) gevaar opleve-
ren voor personen (onderhoudspersoneel enz.). De
stroomtoevoerleidingen mogen niet worden bescha-
digd. De elektrische aansluiting moet door een geau-
toriseerde deskundige worden uitgevoerd.
5.4.5 Installatie van de Plug&Pump-systemen
Afb. 4:
Opstelling
1
Aggregaat
2
Motoraansluitkabel
3
Steunkabel
4
Schroefverbinding 1¼"
5
Schroefverbinding 1"
6
Fluidcontrol
* Bouwpakket vooraf gemonteerd, bestaat uit:
• Membraandrukvat van 18 l
• Manometer
• Afsluitventiel
TWU...-P&P/FC (Economy 1)
Voor een vaste buisleiding of een flexibele slangverbin-
ding met de nominale maat 1¼" (diameter 40 mm).
In het geval van een slangverbinding worden de bijge-
voegde wartelmoeren gebruikt en als volgt gemon-
teerd:
• Draai de schroefverbinding los en laat haar op het
schroefdraad terwijl de slang wordt ingeschoven.
• Schuif de slang door de schroefverbinding tot de aan-
slag.
• Draai de schroefverbinding goed vast met behulp van
een buistang.
In het geval van een vaste buisleiding wordt de bijge-
voegde wartelmoer 1¼" gebruikt om de pomp aan de
buis te verbinden en het reduceerstuk 1¼" x 1" wordt
gebruikt voor de verbinding aan de Fluidcontrol.
TWU...P&P/DS (Economy 2)
Voor vaste buisleidingen met nominale maat 1¼" (dia-
meter 40 mm).
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Sub TWU 4..., TWU 4-...-QC, TWU 4-...-P&P
7
Netaansluiting
Bouwpakket* drukscha-
8
kelaar
9
T-stuk
Vulventiel voor mem-
10
braandrukvat
Steunen van de mano-
11
meter
Het systeem is in zoverre vooraf gemonteerd. Alleen
het T-stuk moet aan de bouwgroep worden
geschroefd.
Zorg ervoor dat de steun van de manometer in de
hoogste positie is ingesteld!
5.5 Droogloopbeveiliging
Er moet absoluut opgelet worden dat er geen lucht in
de behuizing van het hydraulische systeem dringt.
Daarom moet de machine altijd tot aan de bovenkant
van de behuizing van het hydraulische systeem in het
transportmedium ondergedompeld zijn. Voor de opti-
male bedrijfsveiligheid wordt daarom aangeraden een
droogloopbeveiliging in te bouwen.
Deze moet met behulp van vlotterschakelaars of elek-
troden worden gegarandeerd. De vlotterschakelaar/
elektrode wordt in de schacht bevestigd en schakelt
het product bij het onderschrijden van de minimale
wateronderdompeling uit. Als de droogloopbeveiliging
bij sterk wisselende vulstanden slechts met een vlotter
of elektrode gerealiseerd wordt, bestaat het gevaar dat
het aggregaat continu in- en uitschakelt!
Dit kan tot gevolg hebben dat het maximale aan-
tal inschakelingen (schakelcycli) van de motor
wordt overschreden en de motor oververhit
raakt.
5.5.1 Aanwijzingen ter voorkoming van hoge schaltcycli
Handmatig terugzetten - Bij deze mogelijkheid wordt
de motor na het onderschrijden van het minimale
onderdompelingspeil uitgeschakeld en bij voldoende
waterpeil met de hand weer ingeschakeld.
Separaat herinschakelpunt - Met een tweede scha-
kelpunt (extra vlotter of elektrode) wordt er voldoende
verschil tussen uitschakelpunt en inschakelpunt gere-
aliseerd. Daarmee wordt een constant schakelen voor-
komen. Deze functie kan met een niveauregelrelais
worden gerealiseerd.
5.6 Elektrische aansluiting
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting
bestaat levensgevaar door stroomschokken.
Elektrische aansluiting alleen door een door het
plaatselijke energiebedrijf goedgekeurde elek-
trotechnicus en volgens de plaatselijk geldende
voorschriften laten uitvoeren.
• Stroom en spanning van de netaansluiting moeten
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
• Stroomtoevoerleidingen volgens geldende normen/
voorschriften leggen en volgens de aderbezetting aan-
sluiten.
• Beschikbare bewakingsinrichtingen, bijv. voor de ther-
mische motorbewaking, moeten worden aangesloten
en de werking ervan moet worden gecontroleerd.
• Voor de correcte werking van draaistroommotoren
moet er een naar rechts draaiend draaiveld aanwezig
zijn.
• Product aarden volgens de voorschriften.
Vastgeïnstalleerde producten moeten volgens de nati-
onaal geldende normen worden geaard. Als er een
aarddraadaansluiting aanwezig is, moet deze aan de
Nederlands
117

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido