77
Cyclus
van de regelwijze
nederlands
5.5 Verdere instellingen
A)
Bedieningstoetsen
B)
Typeplaatje
Verbrandingsgevaar.
Bij hoge mediumtemperaturen kan de pomp zo heet
worden dat alleen de bedieningstoetsen aangeraakt
kunnen worden.
A1) Bediening voor instelling regeling en indicatie (LED)
Zie hoofdstuk 5.4.1.
A2) Toetsen voor het instellen (opvoerhoogte)
met lichtsymbolen (LED) voor aanduiden van opvoerhoogte
en capaciteit, zie hoofdstuk 5.4.2
LED
.
V
A3) Lichtsymbool storing, externe regeling (Ext),
zie hoofdstuk 5.4.3.
5.5.1 Instellen van de regelwijze (A1)
S
Toets «S»
Proportionele druk aanbevolen voor de meeste
2 pijpssystemen, speciaal radiatoren.
Constante druk kan in de volgende installaties
zinvol zijn:
vroegere zwaartekrachtinstallaties met zeer weinig
drukverschil.
Pompen in primaire circuits met zeer gering drukverschil.
Vloerverwarming met thermostaatventielen en één
pijp verwarming.
Constant toerental
Pomp draait met een constant toerental
tussen 1400 en 3500
Automatisch minimaal toerental
Als de aanvoertemperatuur in de installatie
10 à 15° naar beneden gaat wordt de capaciteit
na circa 1 à 2 uur op (min ) geschakeld.
Aut.
Stijgt de aanvoertemperatuur 10 °C dan wordt
direct op geregeld bedrijf omgeschakeld.
LED brandt: gekozen programma
LED knippert: Pomp en stand minimaal toerental.
Automatisch minimaal toerental niet toepassen
Pas op
bij houtketels, gasketels, boilers, afstandsverwarming
en warmtepompen etc.
1
/min