stofmasker of luchtwegbescherming.
Zaag geen wijnstokken en/of korte struiken (met een
diameter van minder dan 75 mm).
Houd de kettingzaag tijdens het gebruik van kettingzaag
altijd met beide handen vast waarbij uw duimen en
vingers de greep van de kettingzaag omvatten. De
rechterhand moet op de achterste handgreep liggen en
de linkerhand op de voorste handgreep. Controleer voor
het starten van de kettingzaag of de zaagketting geen
voorwerpen kan raken.
Breng geen wijzigingen op uw machine aan en gebruik
deze niet om hulpstukken of apparatuur aan te drijven
die niet worden aanbevolen door de fabrikant van uw
kettingzaag.
De gebruiker moet een EHBO-doos bij zich hebben met
verbandmateriaal voor grote wonden en een middel
om hulp in te roepen (bijv. een fluitje). Een grotere,
uitgebreidere EHBO-doos moet in de buurt zijn.
Een onjuist gespannen ketting kan van de geleidingsrail
springen en tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden. De
lengte van de ketting is afhankelijk van de temperatuur.
Controleer regelmatig de kettingspanning.
De gebruikshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen,
hoe u met een hoogsnoeier veilig en deskundig kunt
werken en gevaar kunt vermijden. Mocht er ondanks
alles een blokkade tussen het snijgoed en de zaagketting
ontstaan, dan schakelt u deze direct uit. Wacht tot
de zaagketting tot stilstand is gekomen. Trek aan de
accumulator en trek snijbestendige handschoenen
aan om de blokkade te vermijden. Als de geleidingsrail
(zaagblad) moet worden verwijderd, neemt u de
aanwijzingen in acht zoals in het hoofdstuk I (Montage)
is beschreven. Na het verwijderen van de blokkade en
nieuwe montage moet een testrun worden uitgevoerd.
Als hierbij trillingen of mechanische geluiden worden
geconstateerd, stopt u de werkzaamheden en neemt u
contact op met een erkend servicepunt. Als dit gevaar
vaker optreedt, adviseren wij een instructie.
U moet vertrouwd raken met uw nieuwe kettingzaag door
eenvoudige zaagsneden te maken in veilig gesteund hout.
Doe dit altijd als u de kettingzaag gedurende een langere
periode niet hebt gebruikt. Om het gevaar van bewegende
delen te verminderen, moet u altijd de motor stoppen,
de accu verwijderen en u ervan vergewissen dat alle
bewegende delen stilstaan, voordat u:
• de kettingzaag reinigt of een verstopping
verhelpt
• de kettingzaag onbewaakt achterlaat
• aanbouwonderdelen monteert of verwijdert.
• de machine controleert, onderhoudt of
werkzaamheden verricht
De grootte van het werkgebied hangt af van de
uitgevoerde taak, de grootte van de boom of het
werkstuk. De gebruiker moet alert zijn en controle
hebben over alles wat er op zijn werkplek gebeurt.
Zaag niet met uw lichaam in één lijn met de geleidingsrail
en de ketting. Als u een terugslag ondervindt, vermindert
dat de kans dat de ketting uw hoofd of lichaam raakt.
Maak geen heen en weer gaande bewegingen tijdens het
zagen, laat de ketting het werk doen. Houd de ketting
scherp en probeer niet om de ketting door de zaagsnede
te duwen.
Zorg dat u aan het einde van de zaagsnede geen druk op
de zaag uitoefent. Wees klaar om de zaag te ontlasten als
u het hout doorzaagt. Veronachtzaming kan leiden tot
ernstige verwondingen.
Stop de zaag niet tijdens het zagen.
Laat de zaag draaien tot de zaagsnede is beëindigd. De
aan/uit-schakelaar bij handbediening niet vastklemmen.
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de
verwisselbare accu verwijderen.
WARNUNG
Om het risico van brand, letsel of beschadiging
van het product door kortsluiting te voorkomen,
mag u het apparaat, de verwisselbare batterij of
de oplader niet onderdompelen in vloeistoffen
en mag er geen vloeistof in het apparaat of de
accu's terechtkomen. Corroderende of geleidende
vloeistoffen, zoals zout water, bepaalde chemicaliën
en bleekwater of producten die bleekwater
bevatten, kunnen een kortsluiting veroorzaken.
Verwisselbare accu van het systeem Type LI 22 /
LBC202Z-2 uitsluitend met laadapparatuur van het
systeem CGB20/JLH262102000G opladen.
Verwisselbare accu's en opladers niet openen en
uitsluitend in droge ruimtes bewaren. Beschermen tegen
vocht.
Controleer voor de ingebruikname van de hoogsnoeier
de volgende punten:
- Juiste bevestiging van de schouderriem en controleer
het snelontgrendelingsmechanisme
- Schade aan het apparaat zoals bijv. scheuren aan de
geleidingsrails
- Juiste bevestiging van de geleidingsrails
- Inbouw-/looprichting alsook een (scherpe) zaagketting
in perfecte staat
- Spanning van de zaagketting (bijv. een nieuwe ketting
meerdere keren controleren en afstellen)
- Functie van de kettingsmering
Controleer de automatische smering van de ketting
Montage van de schoudergordel
1.
Plaats de schoudergordel zo dat de gordel over de
linker schouder ligt (hoofdstuk II).
2.
Bevestig de karabijnhaak op de schachthouder van
de schacht (hoofdstuk II).
Draag de riem nooit diagonaal over de schouder en
borst, maar alleen over één schouder. Zo kunt u bij een
eventueel gevaar het apparaat snel van het lichaam
verwijderen.
Controleer regelmatig het functioneren van de
automatische smering van de ketting om een
oververhitting en een daaraan gekoppelde beschadiging
van het zaagblad en de zaagketting te vermijden.
Wijs hiertoe de punt van het zaagblad tegen een
glad oppervlak (plank, aanzet van een boom) en laat
de kettingzaag draaien. Als tijdens deze procedure
een toenemend oliespoor zichtbaar wordt, werkt de
NL
NEDERLANDS
69