Afhankelijk van de kwaliteit van het meel kunnen ook de bakresultaten
van het brood variëren.
• Bewaar het meel in een hermetisch gesloten blik, want meel reageert
op veranderingen in de weersomstandigheden (vocht). Door haver,
zemelen, tarwekiemen, rogge of hele granen toe te voegen aan het
brooddeeg, krijgt u een zwaarder en minder luchtig brood.
• Hoe bruiner het meel is (dat wil zeggen, hoe meer graanvliesjes
aanwezig zijn, T>55), hoe minder het deeg zal rijzen en hoe compacter
het brood zal zijn.
• U vindt in de winkel tevens kant-en-klaar mixen voor het bereiden van
brood. Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant voor het gebruik
van deze mixen.
Meel zonder gluten: Gebruik het programma brood zonder gluten als u
een grote hoeveelheid van dit meel gebruikt om brood te bereiden. Er
bestaan vele soorten meel die geen gluten bevatten. De meest bekende
zijn boekweitmeel, (witte of volle) rijstmeel, quinoameel, maïsmeel,
kastanjemeel, gierstmeel en sorghummeel.
Voor brood zonder gluten is het belangrijk om de elasticiteit die de gluten
geven te behouden door het toevoegen van verschillende soorten niet-
broodmelen en verdikkingsmiddelen.
Verdikkingsmiddelen voor brood zonder gluten: Om een juiste
consistentie te behouden en de elasticiteit die gluten geven zo goed
mogelijk na te bootsen, voeg xanthaan- en/of guargom aan uw
bereidingen toe.
Kant-en-klaar bereidingen zonder gluten: Deze zorgen voor een
eenvoudigere bereiding van brood zonder gluten, aangezien ze
verdikkingsmiddelen bevatten en hebben als voordeel gegarandeerd
zonder gluten te zijn. Bepaalde bereidingen zijn tevens van biologische
oorsprong.
De verschillende merken van kant-en-klaar bereidingen zonder gluten
zorgen voor verschillende resultaten.
Suiker: Gebruik geen suikerklontjes. Suiker voedt de gist, geeft het brood
een lekkere smaak en geeft het korstje een mooiere goudbruine kleur.
Zout: Zout zorgt ervoor dat de gist zijn werk kan doen en geeft smaak
aan het brood.
Het mag voor de bereiding niet in contact komen met de gist.
Het geeft ook een betere structuur aan het deeg.
158
Water: Water zorgt dat de gist vocht opneemt en actief wordt. Het zorgt
tevens dat het zetmeel van het meel vocht opneemt en dat er kruim
gevormd wordt. U kunt het water gedeeltelijk of helemaal vervangen door
melk of een andere vloeistof. Gebruik de vloeistof op kamertemperatuur,
tenzij voor brood zonder gluten dat met lauw water (circa 35°C) bereid
moet worden.
Vet en olie: Door vet toe te voegen, wordt het brood zachter en smakelijker.
Het brood kan tevens beter en langer bewaard worden. Te veel vet
vertraagt het rijzen. Als u boter gebruikt, snijd het in kleine stukjes of laat
het zacht worden. Voeg geen gesmolten boter toe. Voorkom dat het vet
in contact komt met de gist, het vet zou de gist kunnen verhinderen vocht
op te nemen.
Eieren: Eieren geven het brood een mooiere kleur en bevorderen de goede
ontwikkeling van het kruim. Als u eieren gebruikt, gebruik dan minder
vloeistof. Breek het ei en vul dit aan met de vloeistof tot de in het recept
aangegeven hoeveelheid vloeistof.
De recepten zijn bestemd voor een gemiddeld groot ei van 50 g, als de
eieren groter zijn, voeg dan een beetje meel toe; als de eieren kleiner zijn,
moet u wat minder meel gebruiken.
Melk: Melk heeft een schuimend effect waarmee regelmatigere holtes
verkregen worden en waardoor het kruim er mooier uit komt te zien. U
kunt verse melk of melkpoeder gebruiken. Als u melkpoeder gebruikt,
voeg hier dan de bedoelde hoeveelheid water aan toe: het totale volume
moet gelijk zijn aan het volume dat nodig is voor het recept.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Haal de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat volledig afkoelen.
• Was het bakblik en de kneder in een warm sopje.
Als de kneder in het bakblik blijft, laat het 5 tot
10 min weken.
• Reinig de andere onderdelen met een vochtige
spons. Droog vervolgens grondig af.
• Plaats geen enkel onderdeel in de vaatwasser
-
.
K
• Gebruik geen agressief schoonmaakmiddel, geen schuursponsje en
geen alcohol. Gebruik een zachte, vochtige doek.
• Dompel het apparaat of deksel nooit in water.
NL
159