Warmtewisselaar PWT 510 / PWT 910 / Bediening
6
Bediening
6.1 Veiligheidsinstructies bij de bediening
Fundamentele informatie
Bij de inbedrijfstelling en tijdens de werking van de warmtewisselaar moet op de volgende punten gelet
worden:
Bedrijfsdruk en maximum- en minimumtemperaturen
Voor de maximum- en minimumtemperaturen alsook de maximale nominale druk moet het typeplaatje
geraadpleegd worden. Deze waarden mogen geenszins overschreden worden en er mag niet onder
worden gezakt!
Regeling
Er moet verzekerd worden dat alle eventueel aanwezige regelkleppen correct ingesteld zijn.
Pompactivering
De activering van de pomp (centrifuge) moet steeds met gesloten kleppen geschieden.
Vervolgens worden de kleppen langzaam geopend om abnormale dynamische belastingen te voorkomen.
Drukschommelingen en trillingen
De warmtewisselaar mag niet aan drukstoten of trillingen blootgesteld worden, die door zuigpompen of
andere apparaten teweeggebracht kunnen worden.
Deze verschijnselen kunnen tot breuken aan de platen door vermoeidheid van het materiaal leiden.
Ontsnappen van stromingsmedia bij inbedrijfstelling
In de startfase kan het tor ontsnappen van vloeistoffen komen.
Dit houdt op wanneer de platen en de pakkingen de bedrijfstemperatuur bereikt hebben en de druk in de
algehele machine-eenheid gestabiliseerd is.
Niet condenseerbare media
Lucht (of andere niet condenseerbare media) in de warmtewisselaar vermindert de uitwisselingscoëfficiënt
en verhoogt de drukverliezen. Daarom moet het toestel ontlucht worden.
Drukstijging en temperatuurschommelingen
Tijdens de werking moeten druk en temperatuur permanent gemeten kunnen worden. Toenemende druk-
verliezen en een verminderde warmtewisseling wijzen op de vorming van afzettingen op de platen. Deze
afzettingen moeten verwijderd worden (zie hoofdstuk 7).
Ontsnappen van vloeistoffen tijdens de werking
Zie hoofdstuk 2.5.
Langdurige buitenbedrijfstelling (overwintering)
Indien de warmtewisselaar voor lange tijd buiten werking wordt gezet, moet hij geledigd en gereinigd wor-
den. Na de lediging en reiniging van de warmtewisselaar moet de warmtewisselaar lichtelijk geopend en
met een zwarte plastic folie/stof toegedekt worden om te voorkomen dat zonlicht de pakkingen bescha-
digt (dit geldt slechts voor geribbelde platen). Alvorens de warmtewisselaar opnieuw in gebruik te nemen,
moeten opnieuw de correcte sluitscores gecontroleerd worden (zie hoofdstuk 3.2).
24
BELANGRIJK!
Gevaar voor verwondingen door onvakkundige bediening!
Onvakkundige bediening kan tot ernstige verwondingen of materiële schade
leiden.
Bediening overeenkomstig de instructies van deze gebruiksaanwijzing uitvoeren.
De handleiding moet gelezen en begrepen worden.