- Wanneer u TA hebt ingesteld, kunt u met de keuzeknop Up/ Down
het doel instellen (40~200), druk op de draaiknop op uw keuze te
bevestigen�
- Gebruik de Omhoog/Omlaag toets om de trainingstijd vooraf in te
stellen,
Instelbereik:
1:00 ~ 23:59:00 minuten ( ± 1:00 )
Druk op de draaiknop op uw keuze te bevestigen
- Druk op START/STOP om de training te starten
- Druk op RESET om terug te keren naar het hoofdmenu�
In de cardiomodus wordt de spanning automatisch aangepast aan
een ongevoeligheid wanneer uw hartslag het voorgeprogrammeerde
HRC-doel bereikt�
OPMERKING
• Om de Cardio-modus te kunnen gebruiken, is een
hartslagsignaal nodig�
• In het hoofdvenster wordt een vraagteken en een hartsymbool
getoond als waarschuwing wanneer het hartslagsignaal niet door
de console wordt ontvangen�
• Als de hartslag gedurende meer dan 5 seconden wegvalt,
schakelt het programma automatisch over naar de pauzemodus�
SNELLE TIP
• Het programma "Hartslagcontrole" werkt het best wanneer de
gebruikersinstellingen correct zijn ingesteld�
Wattage gestuurd (W)
- Met de keuzeknop Up/ Down selecteert u het trainingsprogramma�
Selecteer wattcontrole (W) en
druk op de draaiknop op uw keuze te bevestigen�
- Met de keuzeknop Up/ Down stelt u het wattdoel in: 100 is de
voorgeprogrammeerde standaardwaarde (10~350 ± 5);
druk op de draaiknop op uw keuze te bevestigen�
- Gebruik de Omhoog/Omlaag toets om de trainingstijd vooraf in te
stellen,
Instelbereik:
1:00 ~ 23:59:00 minuten ( ± 1:00 )
Druk op de draaiknop op uw keuze te bevestigen
- Druk op START/STOP om de training te starten
- Druk op RESET om terug te keren naar het hoofdmenu�
In de wattmodus wordt de spanning automatisch aangepast aan een
ongevoeligheid wanneer het wattage het voorgeprogrammeerde
wattdoel bereikt�
OPMERKING
• De wattparameter is een berekening van RPM (rotaties per
minuut) en het spanningsniveau�
Wanneer RPM hoger is, is de spanning lager�
Wanneer RPM lager is, is de spanning hoger�
Gebruikersprogramma (U)
Gebruikersprogrammeermodus (U)
Een geselecteerd gebruikersprogramma opent altijd in de
programmeermodus�
- Met de Omhoog/Omlaag keuzeknop selecteert u het
trainingsprogramma en
het gebruikersprofiel (U),
druk op de draaiknop op uw keuze te bevestigen�
- Gebruik de Omhoog/Omlaag keuzeknop om het spanningsniveau
in te stellen voor het eerste profielsegment�
Druk op de draaiknop op uw keuze te bevestigen�
- Stel het spanningsniveau voor de overige profielsegmenten op
dezelfde manier in�
OPMERKING
• Elk segment dat u instelt en bevestigt door op de MODE-knop
te drukken, wordt automatisch opgeslagen�
• Een voorgeprogrammeerd gebruikersprogramma kan niet
worden gewist, maar kan worden overschreven om het profiel
steeds aan uw behoeften aan te passen�
Een gebruikersprogramma starten
- Wanneer u in de programmeermodus bent, houdt u in elk stadium
van de programmeermodus de MODE-knop 2 seconden ingedrukt
om de tijdprogrammeermodus te openen�
- Gebruik de Omhoog/Omlaag toets om de trainingstijd vooraf in te
stellen,
Instelbereik:
1:00 ~ 23:59:00 minuten ( ± 1:00 )
Druk op de draaiknop op uw keuze te bevestigen
- Druk op START/STOP om de training te starten
- Druk op RESET om terug te keren naar het hoofdmenu�
In de gebruikersprofielmodus wordt de spanning automatisch
aangepast aan het voorgeprogrammeerde profiel�
De duur van elk segment in het profiel is 1/8 van uw
voorgeprogrammeerde trainingstijd�
OPMERKING
• Er is slechts 1 gebruikersprogramma beschikbaar per
gebruikersprofiel�
Zie "Gebruiker instellen"
Recovery (Herstel)
De herstelfunctie registreert de hartconditie door de herstelsnelheid
van uw hartslag in slagen per minuut te meten� Hoe sneller uw
hartslag naar normaal daalt, hoe beter uw conditie�
U kunt daarom deze functie het beste direct na de training gebruiken�
- De toets RECOVERY werkt alleen als een hartslag wordt
geregistreerd�
- Bij TIME wordt '0:60' (seconden) weergegeven; er wordt terug
geteld naar 0�
- Na het aftellen om de status van het hartslagherstel te testen,
wordt op de computer F1 tot en met F6 weergegeven� De
gebruiker kan het hartslagherstelniveau vinden in de onderstaande
tabel�
- Druk opnieuw op de toets RECOVERY om terug te keren naar het
begin�
Interpretatie van het testresultaat�
Het resultaat is gebaseerd op de conditie van uw hartslag� Als u actief
bent, stijgt uw hartslag in slagen per minuut (bpm�)�
Wanneer u uw training beëindigt, stabiliseert uw hartslag zich weer
tot het normale niveau� Hoe sneller uw hartslag zich stabiliseert, hoe
beter de conditie van uw hart�
Wanneer uw hartslag met minimaal 31 slagen per testminuut daalt,
dan is uw resultaat F1�
Wanneer uw hartslag tijdens de testminuut tussen de 25~30 slagen
per testminuut daalt, dan is uw resultaat F2� Enzovoort�
6 3
Nederlands