NEDERLANDS
tot 100% (maximum).
Om
het
wijzigen klikt u op de knop in Fig. 15.6.
In de modus 'Auto' (standaard) houdt het apparaat
ook rekening met de kamertemperatuur, terwijl
het selecteren van 'Manual' het vermogen zal
vertekenen zonder rekening te houden met de
kamertemperatuur.
15.4 WIJZIGING VAN DE PARAMETERS
Het is mogelijk om enkele werkparameters
te wijzigen volgens wat vermeld wordt in het
hoofdstuk "Instellingenmenu".
Om een nieuwe inschakeling uit te voeren, wordt
geadviseerd te wachten tot het toestel volledig
is afgekoeld.
15.5 UITSCHAKELING
Houd
het
pictogram
ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
De tekst "Uitschakelen in uitvoering..." verschijnt
waarna de "Huidige status" van "Werk" zal
overgaan naar:
• Uitschakeling
• Koeling
• Uitgeschakeld
114
vermogensbeheer
Afb. 15.5
Afb. 15.6
twee
seconden
Afb. 15.7
te
De ingestelde waarden blijven gehandhaafd
tot de volgende wijziging, ook als het toestel
is uitgeschakeld of losgekoppeld van het
elektriciteitsnet.
Er wordt aanbevolen het toestel uit te schakelen
door wat hierboven vermeld is strikt op te volgen.
Het is verboden het toestel uit te schakelen door
de elektrische voeding weg te nemen.
15.6 OPNIEUW INSCHAKELEN NA EEN
BLACK-OUT
Wanneer de elektrische stroom kort uitvalt,
wordt het toestel na het controleren van de
veiligheidsvoorwaarden automatisch opnieuw
ingeschakeld wanneer de stroomvoorziening
weer terugkeert. Wanneer de onderbreking lang
is,blijft het toestel daarentegen uitgeschakeld
met een black-outmelding.
15.7 WERKING MET OMGEVINGSSONDE
OP DE KACHEL
Het
toestel
geprogrammeerde
uitgeschakeld.
Het toestel moduleert het vermogen (Auto) op
basis van de kamertemperatuur gelezen door
de sonde op het toestel (dat wil zeggen dat het
toestel de gewenste temperatuur probeert te
handhaven en zo min mogelijk te verbruiken).
Afb. 15.8
Afb. 15.9
kan
handmatig
of
wijze
worden
op
in-/