NEDERLANDS
5.7 GEBRUIKERSTRAINING
Na de installatie moet de eindgebruiker altijd
uitputtend door een door Ravelli erkende
technicus worden getraind over de functies en
kenmerken van de kachel om een optimaal en
veilig gebruik te garanderen.
De training moet de volgende onderwerpen
behelzen:
• Omschrijving van de kachel, de werking en de
basisinstellingen
• Hoe de kachel in veiligheid in en uit te schakelen
• Opslag en bijvullen van de brandstof
• Wat te doen in geval van alarm, met name bij
het alarm 'geen ontsteking'
• Hoe de kachel op juiste wijze te reinigen en
het belang van een regelmatig uitgevoerde
reiniging
• Aangeraden wordt om het eerste jaarlijkse
onderhoud te programmeren.
76
5.8 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
De kachel is ontworpen en voorzien van
veiligheidsvoorzieningen om de risico's voor de
gebruiker tot een minimum te beperken.
De veiligheidsvoorzieningen die in de hierna
volgende tabel zijn genoemd, grijpen in ook bij
een storing van de elektronische kaart.
ELEMENT
Thermostaat
van het
pelletreservoir
Afb. 5.3
Drukschakelaar
sluiting deur ver-
brandingskamer,
aslade en deur
pelletreservoir
Elektrische
beveiliging
BESCHRIJVING
Als de temperatuur
de ingestelde
veiligheidswaarde
overschrijdt, wordt de
motor voor het laden van
de pellet onmiddellijk
gestopt en gaat de kachel
automatisch uit; om de
kachel opnieuw op te
starten moet de kachel
eerst helemaal afgekoeld
zijn.
Als de deur van de
verbrandingskamer
en de aslade of deur
pelletreservoir niet goed
gesloten zijn, wordt de
motor voor het laden van
de pellet onmiddellijk
gestopt, als ze binnen 60
seconden niet worden
gesloten, en gaat de kachel
automatisch uit.
In geval van storing van
elektrische componenten
of van de bedrading,
houden de zekering en
de aarding het toestel
uit elektrisch oogpunt
veilig. Het is noodzakelijk
dat de elektrische
installatie van de woning
voldoet aan de normen,
voorzien is van een
aardingscircuit en van alle
door de normen vereiste
veiligheidssystemen