NEDERLANDS
6.3.2 Voorbeelden van installatie
Bij dit type installatie (Afb. 6.1) moet het
rookafvoerkanaal geïsoleerd zijn.
De spouw moet geventileerd zijn.
In het onderste deel van het rookafvoerkanaal
is
een
inspectiedeksel
geïsoleerd tegen wind en regen.
Breng bij de uitgang van de kachel geen bocht
aan van 90°, aangezien de as in korte tijd de
doorgang van de rookgassen kan blokkeren en
zo trekproblemen van de kachel veroorzaakt
(Afb. 6.2).
Bij dit type installatie (Afb. 6.3) vereist het
rookkanaal
(dat
tracé van de woning dat de kachel met het
rookafvoerkanaal verbindt) geen isolatie. Voor het
rookafvoerkanaal is het daarentegen verplicht
om een geïsoleerde buis te gebruiken. Aan de
onderkant van het rookafvoerkanaal is een "T"-
koppeling aangebracht met een inspectiedop;
zodoende kan het externe tracé geïnspecteerd
worden. Breng bij de uitgang van de kachel geen
bocht aan van 90°, aangezien de as in korte tijd
de doorgang van de rookgassen kan blokkeren
en zo trekproblemen van de kachel veroorzaakt
(Afb. 6.2).
80
aanwezig,
passend
Afb. 6.1
Afb. 6.2
wil
zeggen
het
interne
Dit type installatie (Afb. 6.4) vereist een geïsoleerd
rookafvoerkanaal.
Aan de onderkant van het rookafvoerkanaal
is een "T"-koppeling aangebracht met een
inspectiedop.
Afb. 6.3
Afb. 6.4