Selecteer de afmeting van de draad in de tabel hieronder.
Gebruik de totale lengte van de draad van de elektrische
bron naar de pomp en keer terug. De tabel voorziet in een
spanningsverlies van 3 %. Gebruik bij twijfel de volgende
grotere afmeting van de draad.
Totale
0-20 ft
draadlengte
(0-6 m)
12 volt
#14 AWG
(2.5 mm²)
#16 AWG
24 volt
(1.5 mm²)
* TEFLON is een geregistreerd handelsmerk van E.I. DuPont de Nemours and
Company
Het elektrisch circuit moet worden beschermd met een
overstroombeveiligingsapparaat in de positieve kabel.
Raadpleeg de tabel voor geschikte afmetingen. Het pomp-
circuit mag geen andere elektrische ladingen omvatten.
De zwarte draad van de motor is negatief, oranje is positief.
Als u niet vertrouwd bent met de van toepassing zi-
jnde elektrische normen, moet de eenheid worden
geïnstalleerd door een gekwalificeerde elektricien.
Controleer na de installatie de spanning aan de pompmo-
tor. De spanning met worden gecontroleerd wanneer de
pomp in werking is. Er moet te allen tijde volledige span-
ning beschikbaar zijn aan de pompmotor.
4. ZELFAANZUIGEND – De pomp is zelfaanzuigend. De
verticale opvoercapaciteit is minimaal 3 m (nat) en 1,5
m (droog) Zorg ervoor dat de aanzuigbuis luchtdicht is,
anders zal de pomp niet zelf-aanzuigen.
5. DROOGLOPEN – De pomp kan voor onbepaalde tijd
drooglopen zonder schade.
6. CHEMISCHE COMPATIBILITEIT – De vloeistoffen die
worden gepompt moeten compatibel zijn met de bou-
wmaterialen. Neem contact op met de fabriek voor de
Gids over Chemische Compatibiliteit. Na elk gebruik
moet de pomp worden gespoeld met helder water of
met een neutraliserende oplossing om de levensduur
van de pomp te verlengen.
7. DRUK – De maximale continue aflaatdruk is 40 psi bij
een omgevingstemperatuur die niet hoger mag zijn
dan 55 °C. OPMERKING: Als de werkdruk boven 50 psi
(50 bar) gaat, moet er een aflaatklep in het systeem
worden geplaatst.
8. TEMPERATUUR – De maximaal aanbevolen vloeistof-
temperatuur is 55 °C. De minimaal aanbevolen vloeis-
toftemperatuur is 7 °C.
9. VISCOSITEIT – De maximale viscositeit van de vloeistof
die wordt gepompt is 250 centipoise.
WERKCYCLUS – De motor en de pomp zijn ontworpen
10.
voor continue werking in een omgevingstemperatuur
van 55 °C pompend aan een afvoerdruk van 2,8 bar
Naast deze parameters wordt een cyclus met tussen-
pozen aanbevolen om de levensduur van de pomp te
20-35 ft
35-55 ft
(6-11 m)
(11-17 m)
#12 AWG
#10 AWG
(4 mm²)
(6 mm²)
#14 AWG
#12 AWG
(2.5 mm²)
(4 mm²)
maximaliseren. Tijdens de normale werking wordt het
pomphuis warm. Langdurig contact met de motor kan
brandwonden op de menselijke huid veroorzaken.
OPSTART EN WERKING – Controleer het vloeistof-
11.
niveau in de voorraadtank. Open alle ventielen in het
systeem. Schakel het elektrische circuit van de pomp
naar de "aan"-positie. Het debiet zal stabiel worden
terwijl er lucht uit het systeem wordt afgevoerd. Voor
pompen voorzien van een drukschakelaar, sluit u de
overdrukklep nadat het debiet een stabiele vloeistofst-
room wordt. De pomp moet zichzelf uitschakelen zodra
de klep is gesloten. De pomp is nu klaar voor automa-
tische werking. De pomp start zodra de klep wordt ge-
opend en stopt weer zodra de klep zich sluit. Indien de
pomp voor een langere tijd uit dienst wordt genomen,
moet de pomp worden gespoeld met water, het elek-
trische circuit naar de pomp worden afgesloten en de
druk worden afgelaten door de afvoerklep te openen.
De pompen hebben een motor die bescher-
md is tegen thermische overbelasting. De
motor zal automatisch uitschakelen wanneer
de temperatuur stijgt door een overbelast-
ing. Indien de motor onder deze omstan-
digheid wordt uitgeschakeld, moet de toevo-
er van elektriciteit naar de pomp worden
onderbroken. Na een afkoelingsperiode kan
de pomp opnieuw worden opgestart.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
DEMONTAGE VAN DE POMP
1. Schakel de stroom van de pomp uit. Open de afvoerk-
lep om de druk af te laten.
2. Druk de poortklemmen naar achter en ontkoppel de
leidingen van de pomp.
3. Verwijder de vier (4) schroeven van het pomphoofd.
4. Draai het pomphoofd tot de stelschroef van de tand-
montage/lager zichtbaar is door de afvoeropening.
5. Draai de stelschroef van de tandmontage/lager los en
schuif de pomp van de de motoras.
6. Houd het bovenste huisdeel, het onderste huisdeel en
terugslagklepmontage apart zoals vereist.
MONTAGE VAN DE POMP
1. Installeer een nieuwe buitenste zuiger in het onderste
huisdeel met de bovenkant van de zuiger weg van de
motor gericht.
2. Installeer een nieuw membraan in het onderste huis-
deel met de gevormde O-ringafdichtingen weg van de
motor gericht.
3. Schuif elke binnenste zuiger door het membraan in de
buitenste zuiger.
4. Draai elke zuiger tot deze volledig vastzit.
20