NL
NEDERLANDS
Gebruikershandleiding TRU Controller
Voorzieningen
Aantal stations
Automatische programma's
Begintijd per programma
Verschillende werkingsdagen
Aantal dagen permanent uit
Hoofdklep/Vertraging start pomp
Uitstellen vanwege regen
Regen- of regen-/vorstsensor
Bediening regensensor
Aanpassing aan seizoen
Station handmatig activeren
Handmatig alle stations testen
Programma snel opstarten
Voortgang station
Snel detecteren
Vertraging tussen stations
LNK2 Wifi-module
Programmering opslaan en herstellen
Installatie
Als u een bestaande regelaar vervangt
1. Maak een foto van de bekabeling. Deze foto zal van pas komen bij het
installeren van de nieuwe regelaar.
2. Trek de stekker uit het stopcontact en koppel de bedrading los van de
regelaar.
Plaats de nieuwe regelaar
WAARSCHUWING
• Installeer de nieuwe regelaar met het elektriciteitssnoer naar beneden gericht
en door de meest linker opening onderaan de regelaar, zodat er geen water in
kan komen.
• Zet de stroom NIET aan voordat u alle kabelverbindingen tot stand gebracht
en gecontroleerd heeft.
• Probeer NIET twee of meer regelaars met een enkele transformator aan elkaar
te koppelen.
1. Tenzij u afzonderlijke bedrading gebruikt, plaatst u de regelaar op minder
dan 1,8 meter van een stopcontact en tenminste 4,5 meter van andere grote
apparaten of airconditioners.
2. Maak hem aan de muur vast met een schroef en laat 3,2 mm tussen de kop
van de schroef en de muur (gebruik indien nodig een plug).
3. Ga op de achterkant op zoek naar een inkeping in de vorm van een
sleutelgat en hang de regelaar daaraan op aan de schroef in de muur.
4. Verwijder het deksel dat de bedrading beschermt aan de onderkant van de
regelaar en draai een tweede schroef door het open gat in de muur (gebruik
indien nodig een plug).
Sluit de draden van de klep aan
LET OP
• Geleid de draden van de klep NIET door hetzelfde gat als de stroomdraden.
• Sluit NIET meer dan één klep op dezelfde zone-poort aan (1– 6).
1. Geleid daarna alle draden door de meest rechtse opening aan de onderkant
van de regelaar, in het bedradingsgedeelte.
2. Sluit één draad aan van elke klep aan op een van de genummerde poorten
van het station (1–6) op de regelaar.
3. Sluit het hoofdsnoer aan op de
hoofdpoort (C) op de regelaar.
20
Omschrijving
6
3
4
Ja
Per programma
Ondersteund
Ondersteund
Ondersteund
Algemeen of per station
Algemeen of per programma
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ondersteund
Ja
RESET
More
Info
24VAC
SENS
C M
1
ACCESSORY
RESET
More
Info
24VAC
SENS
C M
1
2
3
4
5
6
7
8
ACCESSORY
Regen of regen-/vorstsensor aansluiten (optioneel)
LET OP
• Verwijder de geleidende draad NIET, tenzij u een Regen- of regen-/vorstsensor
aansluit. De regelaar zal niet werken als de geleidende draad wordt verwijderd
en een regen- of regen-/vorstsensor niet aangesloten is.
• Bedieners van Rain Bird werken alleen met normaal aangesloten regen- of
regen-/vorstsensoren.
• Controleer lokale wetten of regelgeving op staatniveau om te bepalen of een
regen- of regen-/vorstsensor vereist is.
1. Verwijder de gele geleidende draad
vanuit de poort SENS op de regelaar.
2. Sluit beide regen- of regen-/
vorstsensoren aan op de SENS-
poorten.
3. Voor gedetailleerde informatie
over de installatie en werking
van een regen- of regen-/
vorstsensor, verwijzen we naar
de gebruikershandleiding van
de producent.
Hoofdklep installeren
(optioneel)
LET OP
• Geleid de draden van de hoofdklep NIET door hetzelfde gat als de
stroomdraden.
• Sluit NIET meer dan één klep op dezelfde hoofdklep-poort aan (M).
1. Sluit één draad van de hoofdklep
aan op de hoofdklep-poort (M)
via een kabel onder de grond.
2. Sluit de andere draad van de
hoofdklep aan op de poort (C).
Vertraging start pomp
aansluiten (optioneel)
LET OP
• Geleid de klep die zorgt voor
vertraging van de pomp NIET
door hetzelfde gat als de
stroomdraden.
• Een pomprelais verbindt de
regelaar op dezelfde manier als
een hoofdklep, maar wordt anders
op de waterbron aangesloten.
• Deze regelaar levert GEEN stroom
aan een pomp. Een relais moet
aangesloten worden volgens de
installatie-instructies van de
producent.
1. Sluit één draad van de hoofdklep aan op de poort van de pomprelais (M) via
een kabel onder de grond.
2. Sluit de andere draad van de poort van de pomprelais aan op de poort (C).
3. Om schade aan de pomp te
voorkomen als niet-gebruikte
stations worden geactiveerd,
moet u een korte geleidende
draad aansluiten van alle niet-
gebruikte stations, tot aan de
dichtstbijzijnde zonepoort die
wel in gebruik is.
4. Voor gedetailleerde
informatie over de installatie
en werking van de pomprelais,
verwijzen we naar de
gebruikershandleiding van
de producent van de pomp.
Sluit de stroom aan
Regelaar voor binnen: Als u
het deksel dat de bedrading
beschermt hebt verwijderd, sluit
u de stroomdraden aan, voordat
u de transformator op een
2
3
4
stopcontact aansluit.
De regelaar voor buiten moet
op een waterdicht stopcontact
worden aangesloten als u hem
buiten installeert.
C M
24VAC SENS
C M
24V AC
SENS
RESET
More
Info
24VAC
SENS
ACCESSORY
RESET
24VAC
ACCESSORY
RESET
More
Info
24VAC
SENS
C M
1
2
3
4
5
6
7
8
ACCESSORY
RESET
More
Info
24VAC
SENS
ACCESSORY
RESET
More
Info
24VAC
SENS
C M
1
2
3
4
5
6
7
8
ACCESSORY
2
S
1
MV
HOOFDKLEP
C
POORT ACTIVEREN
C M
1
2
3
4
5
6
RESET
More
Info
24VAC
SENS
ACCESSORY
GELEIDENDE DRADEN
RESET
More
Info
24VAC
SENS
C M
ACCESSORY
RESET
More
Info
24VAC
SENS
ACCESSORY
C M
1
2
3
4
5
6
7
8
More
Info
SENS
C M
1
2
C M
1
2
3
4
C M
1
2
3
4
5
6
7
8
C M
1
2
3
4
5
6
7
8