Descargar Imprimir esta página

Air Liquide SAF-FRO PRESTOJET 1 Instrucciones De Seguridad, Empleo Y Mantenimiento página 23

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 10
1.0
BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMER-
KEN
1.1
BESCHRIJVING
De installatie bestaat uit een moderne gelijkstroomgenerator voor
het uitvoeren van plasmasnijwerk, met toepassing van een inver-
ter. Dankzij dit technologisch snufje kunnen compacte en lichtge-
wicht generators met een hoog prestatievermogen gebouwd
worden. De mogelijkheid tot afstellen, het hoge rendement en
lage energieverbruik zorgen voor optimale resultaten bij eerste
kwaliteit lassnijden tot een dikte van maximaal 12 mm.
De generator maakt gebruik van perslucht, afkomstig van een ge-
wone compres-sor of van een hiervoor geschikt centraal systeem.
De generator is uitgerust met een circuit voor automatische boog-
hervorming, zodat ook snijden van metalen roosterwerk optimaal
uitgevoerd kan worden. De generator is bovendien voorzien van
veiligheidssystemen, waardoor het krachtcircuit geblokkeerd
wordt wanneer de operator onder spanning staande delen van de
machine aanraakt. Bovendien bestaat de mogelijkheid om uitslui-
tend met de stuurboog te snijden tot een max. dikte van 2mm, het-
geen heel handig is wanneer het gaat om metalen met een
verflaag waarop de plustang niet aangesloten kan worden.
1.2
TECHNISCHE KENMERKEN
TYPEPLAATJE
PRIMAR
Eenfasespanning
Frequentie
Werkelijk verbruik
Max. verbruik
SECUNDAIR
Spanning bij leegloop
Snijstroom
Bedrijfscyclus 35%
Bedrijfscyclus 60%
Bedrijfscyclus 100%
Beschermingsgraad
Isolatieklasse
Gewicht
Afmetingen
Normering
1.3
ACCESSOIRES
Raadpleeg de plaatselijke vertegenwoordigers of de leverancier.
1.4
DUTY CYCLE
De duty cycle betreft de 10 minuten dat de generator kan lassnij-
den met de nominale stroomwaarde, bij een omgevingstempera-
tuur van 40° C, zonder dat de thermostatische beveiliging ingrijpt.
Mocht de beveiliging ingrijpen, dan moet men eerst het herstel
van de generator afwachten alvorens te kunnen lassnijden (zie
pag, II).
DE MAXIMUM BEDRIJFSCYCLUS NIET OVERSCHRIJDEN.
HET OVERSCHRIJDEN VAN DE OP HET TYPEPLAATJE VER-
MELDE BEDRIJFSCYCLUS KAN SCHADE AAN DE GENERA-
TOR VEROORZAKEN EN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN.
2.0
INSTALLATIE
BELANGRIJK: ALVORENS DE UITRUSTING AAN TE SLUIT-
EN, KLAAR TE MAKEN OF TE GEBRUIKEN EERST AAN-
DACHTIGHET VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN DOORLEZEN.
BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMERKEN
230 V
50/60 Hz
14 A
23 A
300 V
10 A ÷ 30 A
30 A
25 A
20 A
IP 23
H
8 Kg
380 x 150 x 310 mm
EN 60974.1 / EN 60974.7
EN 60974.10
2 NL
2.1
AANSLUITEN VAN DE GENERATOR OP HET VOE-
DINGSNET.
Controleer of het stopcontact uitgerust is met
vermeld staat in de technische tabel op de generator. Alle gene-
ratoruitvoeringen hebben de mogelijkheid tot compensatie van
variaties in het elektriciteitsnet. Een variatie van ±10% betekent
een variatie in de snijstroom van ± 0,2%.
ALVORENS DE STEKKER IN HET
STOPCONTACT TE STEKEN EERST
CONTROLEREN OF DE LIJNSPANNING
OVEREENKOMTMET DE GEWENSTE
VOEDING, TENEINDE SCHADE AAN DE
GENERATOR TE VOORKOMEN.
2.2
AANSLUITEN PERSLUCHT
1.
Sluit de generator met behulp van de aansluiting achterop de
machine aan op de aanwezige persluchtinstallatie (Min.
100L/min.).
2.
Bedrijfsdruk: 4 bar. 58 psi
2.3
PLAATSEN VAN DE GENERATOR
OP PLAATSEN WAAR BRANDBARE OLIE OF VLOEISTOF OF
BRANDBARE GASSEN AANWEZIG ZIJN KAN HET ZIJN DAT
SPECIALE INSTALLATIES VEREIST ZIJN. NEEM CONTACT
OP MET DE BEVOEGDE INSTANTIES. BIJ HET INSTALLER-
EN VAN DE GENERATOR MOET MET ONDERSTAANDE AAN-
WIJZINGEN REKENING WORDEN GEHOUDEN:
1.
Aansluitingen van de uitrusting en bedieningsorganen moe-
ten makkelijk toegankelijk zijn voor de operator.
2.
Controleer of de voedingskabel en de zekering van het stop-
contact waarop de generator wordt aangesloten geschikt zijn
voor de benodigde stroom.
3.
Plaats de uitrusting niet in een te kleine ruimte: het is belang-
rijk de generator te beluchten; vermijd vuile en stoffige ruim-
tes, zodat er geen stof of andere deeltjes door de installatie
worden aangezogen.
4.
De apparatuur (inclusief de kabels) mag de doorgang niet
versperren of anderen hinderen bij hun werk.
5.
De apparatuur moet veilig geplaatst worden, teneinde gevaar
voor omvallen te voorkomen. Wanneer de generatorop een
zekere hoogte wordt geplaatst bestaat het gevaar dat hij kan
omvallen.
2.4
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE GENERA-
TOR
OPERATORBEVEILIGING: HELM - HANDSCHOENEN - VEIL-
IGHEIDSSCHOENEN - BEENBESCHERMERS
DE GENERATOR WEEGT NIET MEER DAN 25 KG. EN KAN
DOOR DE OPERATOR OPGETILD WORDEN. LEES ONDER-
STAANDE VOORSCHRIFTEN AANDACHTIG DOOR.
De generator is zodanig ontworpen dat hij opgetild en verplaatst
kan worden. De uitrusting is eenvoudig te vervoeren, maar er
moet rekening worden gehouden met hetgeen hier beschreven
staat:
1.
Voor het optillen en verplaatsen van de generator is er een
handgreep aangebracht.
2.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de generator en acces-
soires alvorens hem op te tillen of te verplaatsen.
3.
De uitrusting mag niet opgetild, gesleept of getrokken wor-
den met behulp van de kabels van de lassnijbrander of de
aardkabel.
NL
de zekering die

Publicidad

loading