Descargar Imprimir esta página

Sabo 50-PRO E S VARIO Manual Del Operador página 62

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 70
NL
Om garantie- en veiligheidsredenen mogen er alleen originele onderdelen
worden gebruikt.
Ongelijkwaardige onderdelen kunnen de machine beschadigen en uw
veiligheid in gevaar brengen.
7 BESCHRIJVING VAN DE COMPONENTEN
1
Veiligheidsschakelbeugel motorstop
2
Variobediening
3
Schakelbeugel voor de aandrijving
4
Bowdenkabelscheiding (per bowdenkabel)
5
Accu-afdekking
6
Accu (onder de accu-afdekking)
7
Stelgreep voor maaihoogte-instelling
8
Stootplaat
9
Afdekking van de riemaandrijving
10 Luchtuitlaat
11 Luchtfilter
12 Isolatieschaal (beide zijden)
13 Ontgrendelingsknop motorstart (rood)
8 VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
Voor de montage van de maaier bevinden zich de volgende afzonderlijke delen in
de verpakking:
Maaier met gemonteerde duwstang en steunstang
Stootplaat
Gereedschapszak met volgende inhoud:
Gebruiksaanwijzing met conformiteitsverklaring
Garantiebepalingen (afhankelijk van het model)
Diverse montageonderdelen.
Mocht er toch een onderdeel ontbreken, neem dan contact op met uw
gespecialiseerde vakhandelaar.
Duwstang omhoog zetten (afbeelding A1 + B1 + E1)
Trek de Z-vormig ingeklapte duwstang naar boven toe uit elkaar A1.
BELANGRIJK
Let er bij het optillen van de duwstang op dat de bowdenkabels niet
bekneld raken en niet kantelen.
Als het bovenste en het onderste deel van de duwstang op één niveau liggen,
draait u de gerande moeren (1) met de hand vast E1.
Draai de moeren (2) aan het onderste deel van de duwstang aan beide zijden
stevig vast B1.
BELANGRIJK
Let erop, dat de kabels bij het uit- en in elkaar klappen van de duwstangen
niet ingeklemd, bekneld, verdraaid of overstrekt worden! De kabel altijd aan
de buitenkant van de stangverbinding leiden. Een beschadigde kabel kan
tot een technisch defect van het apparaat leiden.
Montage van de steunstang (afbeelding W3 + D1)
De twee schroeven (1) van buitenaf door het onderste deel van de stang
steken en telkens een ring (2) aanbrengen (uit de gereedschapszak).
Aan de binnenzijde van het onderste deel van de stang de steunstang (3) in
een van de drie posities aanbrengen voor verschillende standen van de
duwstang:
bovenste vergrendeling = steile stand van de duwstang (voor grotere
personen)
onderste vergrendeling = vlakke stand van de duwstang (voor kleinere
personen)
Daarna aan beide zijden een ring (2) aanbrengen en met een moer (4)
vastschroeven.
De twee moeren (5) voor de bevestiging van de steunstang aan de
behuizing handvast aandraaien.
BELANGRIJK
Bij het verstellen van de stanghoogte met steunstang hoeven de moeren (2)
B1 voor de bevestiging van het onderste deel van de duwstang niet
verwijderd te worden.
Draai de moeren (4) W3 slechts zover los dat de stang tijdens deze
werkzaamheden vrij kan bewegen.
Hierdoor wordt voorkomen dat de stang onverhoeds omslaat en worden
knelpunten tussen onderste deel van de stang en behuizing voorkomen.
Inhangen
van
de
motorrem-bowdenkabel
(afbeelding H2)
De hoek aan het uiteinde van de bowdenkabel (1) van boven tot aan de knik
in de schakelhendel van de rem (2) geleiden.
Het bewegende deel van het uiteinde van de bowdenkabel (3) naar achteren
trekken tot de kabel (4) zijdelings in de uitsparing (5) kan worden geleid.
Daarna de bowdenkabel (3) naar voren schuiven tot de haak (6) in de
uitsparing (5) van de bowdenkabelinhanging vergrendelt.
LET OP
Na het inhangen van de motorrem-bowdenkabel moet de remfunctie van de
veiligheidsschakelbeugel worden gecontroleerd. Zodra de schakelbeugel
wordt losgelaten, moet de mesbalk binnen drie seconden tot stilstand
komen. Anders de dichtstbijzijnde geautoriseerde vakwerkplaats opzoeken.
Stootplaat aanbouwen (afbeelding T1)
BELANGRIJK
Het bedienen van het apparaat zonder stootplaat kan letsel veroorzaken door
het omhoog slingeren van voorwerpen. Bedien het apparaat alleen met
stootplaat.
Het bevestigingsstuk van de stootplaat openklappen.
De stootplaat, met de voorgemonteerde schroeven in het verbindingsstuk, in
de behuizing van de maaier vastschroeven.
VOORZICHTIG
Bij het openen van de onder spanning staande stootplaat kunnen de
vingers bij onachtzaamheid bekneld raken.
Maaihoogte instellen (afbeelding I + I1)
Aan elk wiel de hendel (1) naar het wiel toe trekken en na zijdelings
verschuiven weer vergrendelen in de gewenste positie I.
Alle vier hendels moeten in dezelfde positie staan!
VOORZICHTIG
Bij het instellen van de maaihoogte de stelhendel vastpakken zoals
weergegeven in de afbeelding I1. Hierdoor wordt voorkomen dat de hand bij
het instellen wegglijdt en letsel ontstaat.
BELANGRIJK
Het maaien op laagste maaihoogte mag alleen worden uitgevoerd op vlakke
en egale gazons!
Houd er rekening mee dat de onderste maaihoogte-instellingen alleen in
optimale omstandigheden gebruikt mogen worden. Als u de maaihoogte te
laag selecteert, kan de grasnerf beschadigd en mogelijk zelfs vernietigd
worden.
Naast de maaihoogte is ook de rijsnelheid van invloed op het maaibeeld en
het opvangresultaat. Pas maaihoogte en rijsnelheid aan de te maaien
grashoogte aan, indien nodig de aandrijving niet inschakelen.
9
aan
de
motor
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel
pagina 5
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel
pagina 5

Publicidad

loading