Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente
■
blijven vitamines en mineralen behouden.
Dek met uw pan altijd een zo groot mogelijk vlak van de
■
kookzone af.
Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
■
Het apparaat leren kennen
Op pagina 2 vindt u een typenoverzicht met informatie over
afmetingen.
Het bedieningspaneel
Indicaties
Kookstanden
-
‚
Š
Restwarmte
/
•
œ
Warmhoudfunctie
–
Timer
‰‰
Bedieningsvlakken
Hoofdschakelaar
#
Wrijfbeveiliging
"
( )
Keuze kookzone
Instelveer
A @
De kookzones
Kookzone
Kookzone met één ring
$
Kookzone met twee ringen
ð
Bijschakelen van de kookzone: de betreffende indicatie is verlicht.
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie met twee standen.
Verschijnt er een
•
op het display, dan is de kookzone nog
heet. U kunt bijv. een klein gerecht warmhouden of couverture
smelten. Koelt de kookzone verder af, dan verandert de
indicatie in
œ
. De indicatie verdwijnt wanneer de kookzone
voldoende afgekoeld is.
46
Bij- en uitschakelen
Met het symbool ( ) de kookzone kiezen, het symbool
Kies een geschikte doorkookstand. Met een te hoge
■
doorkookstand verspilt u energie.
Maak gebruik van de restwarmte van de kookplaat. Schakel
■
bij langere bereidingstijden al 5-10 minuten voor het einde
van de bereidingstijd de kookzone uit.
Bedieningsvlakken
Bijschakeling zones
ò
Warmhoudfunctie / Kinderslot
–
Timer
3
Aanwijzingen
Wanneer u een symbool aanraakt, wordt de betreffende
■
functie geactiveerd.
Houd de bedieningsvlakken altijd droog. Vocht heeft een
■
nadelige invloed op de werking.
Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van indicaties en
■
sensoren komen. De elektronica kan oververhit raken.
ð
Bijschakeling aanraken.