Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor
Instelwerkzaamheden
voor elk gebruik
Verwondingsgevaar
!
Altijd voor werkzaamheden
aan deze machine
– Zet de motor uit.
– Trek de sleutel (indien aanwezig)
uit het contactslot.
– Wacht tot alle bewegende delen
volledig tot stilstand gekomen
zijn.
– De motor moet afgekoeld zijn.
Zet de motor uit om onbedoeld
starten van de motor te
voorkomen.
– Startaccu van de motor
verwijderen.
Grasvanger bevestigen
(alleen bij machines met
grasvanger)
Afbeelding 11
Uitwerpklep optillen en de
grasvanger bevestigen.
Maaihoogte instellen
Let op
Maaihoogte bij oneffen terrein
zodanig kiezen dat het maaimes
nooit met de bodem in aanraking
komt.
Afbeelding 3
Stel de maaihoogte van het gras
naar wens in.
Instelmogelijkheid (afhankelijk van
het model) van ca. 3 tot maximaal
9 cm.
Aanwijzing
Stel bij machines met wiel-
verstelling alle wielen op dezelfde
hoogte in.
Model A
Bevestig de wielen in de
gewenste positie.
Modell B
Trek aan de stip en laat deze in
de gewenste stand vastklikken.
Model C
Duw de hendel van de centrale
hoogteverstelling vooruit of
achteruit en laat deze in de
gewenste stand vastklikken.
Voorwielen vergrendelen
(alleen machines met
vergrendelbare voorwielen)
Afbeelding 4
Wielen vergrendelen om rechtdoor
te rijden – Wielen naar voren en
beugel in het grote gat.
Wielen vrij beweegbaar – Beugel in
het kleine gat.
Tanken en oliepeil controleren
Benzine, loodvrij tanken
(zie motorhandboek 20).
Vul de brandstoftank maximaal
tot 2 cm onder de rand van de
vulopening.
Sluit de brandstoftank stevig af.
Controleer het oliepeil. Voeg
indien nodig olie toe (zie het
handboek van de motor).
Batterijvak op motor reinigen
Vreemde voorwerpen en vuil op
het batterijvak met een doek en
borstel verwijderen.
Motor starten
Afbeelding 5
Gevaar
!
Ter bescherming tegen
verwondingen,
– start de motor niet als u voor de
uitwerpopening staat;
– houd handen en voeten uit de
buurt van het maaimechanisme;
– breng nooit handen of voeten of
andere lichaamsdelen in de buurt
van draaiende delen. Houd
u altijd uit de buurt van de
uitwerpopening.
Voordat u de motor start, koppelt
u alle maaigereedschappen en
aandrijvingen los.
Kan de machine niet bij het starten.
Plaats de machine op een egaal
oppervlak met bij voorkeur kort of
weinig gras.
Aanwijzingen betreffende
de motor
– Neem de informatie in de
gebruiksaanwijzing van de motor
in acht.
– Enkele modellen hebben geen
gashendel, het toerental wordt
automatisch ingesteld. De motor
loopt altijd moet optimaal
toerental.
Startaccu in het batterijvak van
de motor plaatsen tot deze
vastklikt – afbeelding 5A.
Open de benzinekraan
(indien aanwezig).
Zet de gashendel (indien
aanwezig) op
/max –
afbeelding 5B.
Ga achter de machine staan,
druk de veiligheidsbeugel in en
houd deze vast – afbeelding 5C.
Contactsleutel op stuurstang
bedienen tot de motor aanspringt
(startpoging max. 5 seconden,
tot de volgende poging minstens
1 minuut wachten) – afbeelding
5C.
Als de motor loopt:
Zet na het starten van de motor
de gashendel (indien aanwezig)
tussen
/max en
de motor kort te laten warm-
lopen.
Zet voor het maaien van het
gazon de gashendel (indien
aanwezig) op volgas.
Aanwijzing
Zie het motorhandboek voor meer
informatie over de bediening van
de motor.
Motor stoppen
Afbeelding 7
Zet de gashendel (indien
aanwezig) in stand
Laat de veiligheidsbeugel los.
De motor en de messen stoppen
na korte tijd.
Met de machine werken
Wielaandrijving in- en
uitschakelen
(alleen bij machines met aange-
dreven wielen)
Afbeelding 6A, B, C
Wielaandrijving inschakelen
/
:
Aan hendel/beugel trekken
en deze vasthouden.
Nederlands
/min om
/min.
37