TT-prothesen: Zorg voor een fysiologische beweging van de knie in het
•
sagittale en frontale vlak bij het overbrengen van het gewicht na het
neerzetten van de hiel. Een beweging van het kniegewricht naar mediaal
moet worden vermeden. Als het kniegewricht in de eerste helft van de
standfase naar mediaal beweegt, breng de prothesevoet dan verder naar
mediaal. Als de beweging naar mediaal plaatsvindt in de tweede helft
van de standfase, verminder dan de exorotatie.
•
Na beëindiging van de dynamische afstelling en de loopoefeningen moet
u de adapterbescherming van de prothesevoet verwijderen.
5.1.4.1 Optimaliseren van de hielkarakteristiek
De hielkarakteristiek wordt geoptimaliseerd door het gebruik van hielwiggen.
Wanneer het neerzetten van de hiel of het hielcontact halverwege de stand
fase te zacht is, kan de hiel met een hielwig worden verstijfd.
Er kan worden gekozen tussen twee hielwiggen (transparant = zacht, zwart
= hard). Ottobock adviseert te beginnen met de transparante hielwig.
1) Richt de uitsparing in de hielwig uit naar proximaal en posterior.
2) Schuif de hielwig tussen de aansluitveer en de hielveer tot de wig vast
klikt (zie afb. 3).
3) Om de hielwig te verwijderen, duwt u deze in zijwaartse richting naar
buiten.
5.2 Optioneel: monteren van de schuimstof overtrek
Een verbindingselement (bijv. verbindingsplaat, verbindingskap, aansluit
kap, schuimaansluitkap) dient als niet-permanente verbinding tussen de pro
thesevoet en de schuimovertrek.
INFORMATIE: De m-l eenheid van de prothesevoet in maat 21 ver
vormt het aansluitgedeelte van de voetovertrek. Daarom kan er bij
maat 21 geen aansluitkap worden gebruikt.
Benodigde materialen: ontvettend reinigingsmiddel (bijv. isopropylal
>
cohol 634A58), contactlijm 636N9 of kunststoflijm 636W17
1) Meet de afstand tussen het draaipunt van de knie en het gewenste uit
einde van de schuimstof overtrek en tel hier de afstand bij op waarover
de schuimstof wordt samengeperst: bij PE-schuim is dit 10 mm en bij
PUR-zachtschuim 30 mm. Tel bij TF-prothesen de afstand waarover de
schuimstof wordt samengeperst, twee keer op, omdat er hiervoor zowel
boven als onder de knieas ruimte nodig is.
2) Kort het onbewerkte stuk schuimstof in en pas het in het proximale
gedeelte aan de prothesekoker aan.
3) Trek de schuimstof over de prothese.
70