STARTEN - GEBRUIK – UITSCHAKELEN MOTOR
6. Draai langzaam de startknop 10-15 cm tot u een
zekere weerstand gewaarwordt. Geef dan enkele
keren een stevige ruk tot de machine in gang schiet.
LET OP!
rond uw hand.
GEVAAR!
door ze te laten vallen en ze aan de startkabel vast
te houden. Deze methode is uiterst gevaarlijk, aan
gezien men zo volledig de controle van de machine
en van de ketting verliest.
BELANGRIJK
breekt, wordt er niet over de gehele lengte aan getrok
ken. Laat het touw niet langs de rand van de opening
van de touwgeleider schuren en laat de knop geleidelijk
aan los, om te voorkomen dat het touw op ongecontro
leerde wijze naar binnen schiet.
7. Trek opnieuw aan de startknop tot de motor normaal
in gang komt.
OPMERKING
opstarten, moet men de knop van de starter ongeveer
tot halverwege de loop terug induwen, om te vermijden
de motor over zijn toeren te jagen.
OPMERKING
herhaaldelijk bediend wordt met de starter ingescha
keld, kan de motor vastlopen en de start bemoeilijkt
worden. Indien de motor vastloopt, de bougie demonte
ren en voorzichtig aan de knop van het starttouw trekken
om de overtollige brandstof te verwijderen; vervolgens
de elektrodes van de bougie afdrogen en de bougie
weer monteren op de motor.
8. Zodra de motor loopt, de versnelling kortstondig be-
dienen om de starter uit te schakelen en de motor
weer tot het minimumtoerental te brengen.
BELANGRIJK
toerental te laten draaien met de rem van de ketting in
geschakeld; dit kan een oververhitting en beschadiging
van de koppeling veroorzaken.
9. Laat de motor minstens 1 minuut op het minimum-
toerental draaien vooraleer de machine te gebruiken.
• Start bij warme motor
Voor de start bij warme motor (onmiddellijk na de uit-
schakeling van de motor), volg de punten 1 - 2 - 5 - 6 - 8
van de vorige werkwijze.
Wikkel de startkabel nooit
Start de kettingzaag nooit
Om te voorkomen dat het touw
In geval van problemen bij het
Indien de knop van het starttouw
Vermijd de motor aan een hoog
GEBRUIK VAN DE MOTOR (Fig. 10)
BELANGRIJK
ting, door de hendel naar de bediener toe te trekken,
vooraleer de versnelling aan te schakelen.
De snelheid van de ketting wordt geregeld met de ver-
snellingshendel (1) op de achterste handgreep (2).
De versnelling kan alleen ingeschakeld worden wan-
neer gelijktijdig op de vergrendeling (3) geduwd wordt.
De beweging wordt van de motor overgedragen op de
ketting door middel van een koppeling met centrifugaal-
gewichten die de beweging van de ketting verhindert
wanneer de motor op het laagste toerental draait.
LET OP!
de ketting beweegt met de motor op het laagste
toerental; neem in dit geval contact op met uw ver
koper.
De correcte werksnelheid wordt bekomen door de ver-
snellingsknop (1) volledig in te duwen.
BELANGRIJK
uren van de machine, wordt vermeden de hoogste toe
rentallen te gebruiken
UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR (Fig. 10)
Om de motor uit te schakelen:
– Laat de versnellingsknop los (1) en laat de motor en-
kele seconden draaien op het laagste toerental
– Breng de schakelaar (4) in de stand " STOP".
LET OP!
minimumstand gezet werd, kan het voorkomen dat
men enkele seconden moet wachten vooraleer de
ketting tot stilstand komt.
GEBRUIK VAN DE ANTIVRIES-INRICHTING
(Enkel voor de Modellen 3700 en 4000) (Afb. 11).
Bij het gebruik van motorzagen bij temperaturen van 0
– 5 °C en een hoge luchtvochtigheid kan er in de carbu-
rateur ijsvorming optreden, waardoor het vermogen van
de motor afneemt of de motor gaat stotteren.
Daarom heeft deze motorzaag aan de rechterkant van
het cilinderdeksel een ventilatieklepje waardoor er
warme lucht naar de motor geblazen wordt, zodat er
geen ijsvorming kan optreden.
NL
Ontkoppel steeds de remket
Gebruik de machine niet als
Gedurende de eerste 6-8 werk
Nadat de versnelling in de
9