4.1 Maatkeuze
► Kies de orthesemaat aan de hand van de schoenmaat (zie de maattabel).
4.2 Aanpassen
VOORZICHTIG
Verkeerd in model brengen of aanbrengen
Verwondingen en beschadiging van de orthese door overbelasting van het materiaal en verkeerd
zitten van de orthese door breuk van dragende delen
►
Verander niets aan de orthese, wanneer u hierin niet deskundig bent.
Breng de orthese altijd aan volgens de instructies in de gebruiksaanwijzing.
►
VOORZICHTIG
Verkeerd of te strak aanbrengen
Lokale drukverschijnselen en afknellen van bloedvaten en zenuwen door verkeerd of te strak
aanbrengen
►
Zorg ervoor dat de brace correct wordt aangebracht en goed op zijn plaats komt te zitten.
LET OP
Gebruik zonder geschikte schoen
Functiebeperking door onvoldoende stabilisatie
►
Gebruik de orthese uitsluitend met gesloten schoen. Houd rekening met de toegestane
effectieve hakhoogte.
Schoenkeuze:
► Kies een stabiele veterschoen met een stevige hiel om een optimale effectiviteit van de orthese
te waarborgen. De effectieve hakhoogte moet liggen tussen de 0,5 cm en 1,5 cm.
Grootte van de orthese aanpassen:
1) Indien nodig: wanneer de patiënt een schoen draagt met een uitneembare binnenzool, haal
dan aan de zijde waar de orthese wordt gedragen, de binnenzool uit de schoen.
INFORMATIE: Bewaar de binnenzool, zodat de patiënt de schoen ook zonder de ort
hese kan dragen.
2) Laat de patiënt met schoen en zonder orthese op een stoel gaan zitten en zet zijn voet zo neer,
dat deze een hoek van 90° maakt met het onderbeen (zie afb. 1).
3) Markeer de positie van de enkel in de schoen met een klein stukje tape (zie afb. 1).
4) Laat de patiënt zonder schoen en met orthese op een stoel gaan zitten en zet zijn voet zo neer,
dat deze een hoek van 90° maakt met het onderbeen.
INFORMATIE: Breng de orthese zo aan, dat de enkel voldoende bewegingsvrijheid
heeft en niet tegen de harde mediale veer aan zit.
5) Bepaal de positie van de enkel ten opzichte van het opschrift "WalkOn® Reaction" (zie
afb. 2).
6) Knip de orthesezool zo bij (zie afb. 3), dat de markering op de schoen overeenstemt met de
positie op de orthese (zie afb. 4).
7) Pas de vorm van de zool aan die van de uitneembare binnenzool aan. Zorg er daarbij voor dat
de benodigde exorotatie van de voet gehandhaafd blijft (zie afb. 3).
Orthese aanpassen:
1) Breng de orthese aan in de schoen en leg er eventueel een inlegzool overheen (zie afb. 5).
2) Trek de orthese samen met de schoen aan (zie afb. 6).
38