•
U kunt ook vloeibaar zuurdeeg gebruiken dat in zakjes ver-
pakt te koop is. Richt u qua hoeveelheid naar de aanwijzin-
gen op de verpakkingen. Vul het vloeibare zuurdeeg in de
maatbeker en vul deze bij met de in het recept aangegeven
hoeveelheid vloeistof.
•
Met tarwezuurdeeg - dat ook gedroogd te koop is - verbetert
u de consistentie van het deeg, de houdbaarheid en de
smaak. Het is milder dan roggezuurdeeg.
•
Bak zuurdeegbrood met het NORMAL- of VOLLKORN-pro-
gramma, zodat het goed kan rijzen en bakken. Bakferment
vervangt het zuurdeeg en is alleen een kwestie van smaak.
In de broodbakautomaat kunt u er zeer goed mee bakken.
•
Wanneer u een luchtig brood wilt dat bijzonder rijk is aan
ballaststoffen, voegt u tarwezemelen toe aan het deeg.
Gebruik 1 eetlepel voor 500 g meel en verhoog de vloeistof-
hoeveelheid met _ eetlepel.
•
Tarwegluten is een natuurlijk hulpmiddel van tarwe-eiwit.
Het zorgt ervoor dat het brood luchtig wordt, een beter vo-
lume heeft, minder snel in elkaar zakt en lichter verteerbaar
is. Vooral bij volkoren bakproducten en bakproducten van
zelfgemalen meel is de werking aanzienlijk.
•
Kleurmout is een donker geroosterd gerstemout. Het wordt
gebruikt om een donkerder kruimel en een donkere korst
te verkrijgen (bijvoorbeeld bij roggebrood). Er is ook iets
minder donker roggemout verkrijgbaar. Dit is te koop in
biowinkels.
•
Aan al onze gemengde broden kunt u broodspecerijen
toevoegen. De hoeveelheid is afhankelijk van uw smaak en
van de aanwijzingen van de fabrikant.
•
Zuivere lecithinepoeder is een natuurlijke emulgator die het
volume doet toenemen, de kruimel zachter maakt en de
houdbaarheid verlengt.
2. Ingrediënten aanpassen
Wanneer u de hoeveelheid van de ingrediënten verhoogt of ver-
mindert, moet u wel bedenken dat de onderlinge verhouding van
de hoeveelheden moet corresponderen met het originele recept.
Voor een perfect resultaat zijn de volgende fundamentele regels
voor de aanpassing van ingrediënten erg belangrijk.
•
Vloeistoffen/meel: het deeg moet zacht, maar niet te zacht
zijn en moet iets plakken, maar mag geen draden vormen.
Bij licht deeg ontstaat een balvorm. Bij zwaar deeg zoals
roggevolkoren of graankorrelbrood is dat niet het geval.
Controleer het deeg 5 minuten na het eerste kneden. Wan-
neer het nog te vochtig is, voegt u meel toe totdat het deeg
de juiste consistentie heeft. Wanneer het deeg te droog is,
laat u lepelsgewijs water doorkneden.
•
Vloeistoffen vervangen: wanneer u bij een recept ingre-
diënten gebruikt die vloeistof bevatten (bijv. kwark, yoghurt
enz.), moet de dienovereenkomstige hoeveelheid vloeistof
verminderd worden. Bij het gebruik van eieren klopt u deze
in de maatbeker en vult dan vloeistof bij tot de voorgeschre-
ven hoeveelheid.
Wanneer u op grote hoogte woont (vanaf 750 m) rijst het deeg
sneller. U kunt in een dergelijke omgeving de hoeveelheid gist
verminderen met 1/4 tot 1/2 theelepel. Zo voorkomt u overmatig
rijzen van het deeg. Dit geldt eveneens voor landstreken met erg
zacht water.
20
05-BBA 2605 Neu.indd 20
05-BBA 2605 Neu.indd 20
3. De ingrediënten en hoeveelheden afmeten en toevoegen
•
U moet altijd eerst de vloeistof en als laatste de gist toevo-
egen. Om te voorkomen dat de gist te snel werkt (vooral
wanneer u het tijdvertraagde programma kiest) moet u
contact tussen de gist en de vloeistof vermijden.
•
Gebruik voor het afmeten altijd dezelfde maateenheden,
d.w.z gebruik voor de vermelde eetlepel of theelepel altijd
de bij de bakautomaat gevoegde maatlepels of lepels uit uw
eigen bestek.
•
De in gram gegeven hoeveelheden moet u omwille van de
nauwkeurigheid even afwegen.
•
Gebruik de bijgevoegde maatbeker met de schaal van
50 ml – 200 ml voor het afmeten van de milliliters.
De afkortingen in de recepten betekenen:
EL =
afgestreken eetlepel (of grote maatlepel)
TL =
afgestreken theelepel (of kleine maatlepel)
g =
gram
ml =
milliliter
pakje (pkj) =
droge gist van 7 g inhoud voor 500 g meel
- komt overeen met 20 g verse gist
•
Toevoeging van vruchten, noten of graankorrels: wanneer u
andere ingrediënten wilt toevoegen kunt u dat in sommige
programma's doen zodra u de signaaltoon hoort. Wanneer u
ingrediënten te vroeg toevoegt, worden ze door de deegha-
ken vermalen.
4. Receptgegevens voor de broodbakautomaat type
BBA 2605
De volgende recepten zijn bedoeld voor verschillende broden.
In sommige programma's wordt onderscheiden tussen de
broodgewichten. Wij adviseren: de instelling Stand I (ULTRA
SCHNELL I; extra snel I) voor een broodgewicht van ca. 750 g.
De instelling Stand II (ULTRA SCHNELL II; extra snel II) voor
een broodgewicht van ca. 750 tot ca. 1000 g.
Let er a.ü.b. op dat ü voor de recepten de juiste hoeveelheid
gebruikt.
5. Broodgewichten en volumes
•
In de onderstaande recepten vindt u exacte informatie over
het broodgewicht. U zult zien dat de gewichten bij zuiver
witbrood lager zijn dan bij volkorenbrood. Dat komt omdat
witmeel sterker rijst en daarom aan grenzen onderhevig is.
•
Ondanks deze nauwkeurige gewichtsvermeldingen kunnen
toch kleine afwijkingen ontstaan. Het werkelijke broodge-
wicht is in hoge mate afhankelijk van de luchtvochtigheid die
heerst bij de bereiding.
•
Alle broden met voornamelijk tarwemeel krijgen een groter
volume en rijzen in de hoogste gewichtsklasse tot over de
vormrand. Maar het deeg loopt niet over. De broodrand die
over de vorm uitsteekt is gewoonlijk iets lichter bruin dan het
brood in de vorm.
•
Wanneer bij zoete broden het programma SCHNELL (snel)
of ULTRA SCHNELL (extra snel) wordt voorgesteld, kunt u
de kleinere hoeveelheden (alléén deze) van desbetreffende
receptvoorstellen ook in het programma (SÜSSES BROT
(zoet brood) bakken, waardoor het brood luchtiger wordt.
04.01.2008 10:44:54 Uhr
04.01.2008 10:44:54 Uhr