Draadoplading; Het Monteren Van De Voortsleeprollen; Lassen - CEA compact 364 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 26
220/230/240 V
Blu-Bleu-Blue-Blau
Rosso-Red-Rouge-Rot
380/400/415 V
Blu-Bleu-Blue-Blau
Rosso-Red-Rouge-Rot
FIG. B
2
1
9
8
FIG. D
2
8
9
4
3
FIG. F
FIG. C
3
4
10
11
FIG. E
5
2
8
1
3
7
6

Draadoplading

• Het beweeglijk deel van het deksel openen en de spoel (Ø
300 mm) aanbrengen op de daartoe voorziene steun op zo-
danige wijze dat de draad zich met de klok mee afwikkelt en
de uitstekende referentie van de steun centrerend met de
respectieve opening van de spoel.
• Het uiteinde van de draad in de draadleider doen (Pos. 1,
Fig. F) op het voortsleepmechanisme.
• De niet-aangedreven rol optillen (Pos. 7, Fig. F) en op die
manier de drukinrichting van de rollen weer op gang laten
komen (Pos. 5, Fig. F). Controleer of de motorrol (Pos. 3,
Fig. F) afdrukken maakt op de buitenkant en of de diameter
overeenstemt met de gebruikte draad.
• De draad voor enkele centimeters door het omhulsel van de
draadleider trekken (Pos. 4, Fig. F). De dolle rol omlaag doen
zich verzekerend dat de draad in de holte van de motorrol
vastzit. Eventueel de druk tussen de rollen regelen door mid-
del van de daarvoor bestemde schroef. (Pos. 5, Fig. F). De
juiste druk is de minimale druk die de rollen op de draad niet
laat slippen. Een buitensporige druk veroorzaakt een ver-
vorming van de draad en windingen bij de ingang van het
draadomhulsel, een onvoldoende druk veroorzaakt lason-
regelmatigheden.
5

Het monteren van de voortsleeprollen

6
De schroefring losdraaien (Pos. 6, Fig. F). De armen die de
niet-aangedreven rol dragen (Pos. 2, Fig. F) omhoog halen en
als volgt tewerk gaan:
• Op de twee buitenkanten van iedere rol staat het type draad
7
en de diameter aangegeven.
• Monteer de geschikte rollen (Pos. 3, Fig. F) en zorg daarbij
voor de correcte positie van de gleuf, op grond van de dia-
meter van de gebruikte draad.
• De schroefring weer vastdraaien (Pos. 6, Fig. F).

Lassen

BELANGRIJK: Alvorens het lasapparaat aan te zetten, op-
nieuw controleren dat de netspanning en de netfrequentie over-
eenkomen met de gegevens van de plaat.
• Het lasapparaat aanzetten door de schaalschakelaar in po-
sitie 1 te zetten (Pos. 1, Fig. D).
• Het aansteken van de groene LED (Pos. 2, Fig. D) duidt aan
dat het lasapparaat in werking is en klaar is voor gebruik.
• De omschakelaar van lasspanning instellen (Pos. 9, Fig. D)
op de positie pi die aangepast is aan het uit te voeren werk.
• Verwijder de gasgeleider en de draadgeleider van de brander
zodat de draad tijdens het laden vrij naar buiten kan komen.
Er wordt herinnerd dat het mondstuk van de draadleider de-
zelfde diameter als de gebruikte draad moet hebben.
• De potentiometer van de draadsnelheid op stand 3 plaatsen
(Pos. 3, Fig. D).
• De toortsknop aan zetten totdat de toortsdraad is uitgeko-
men.
• Het mondstuk van de draadleider weer opschroeven aan het
uiteinde van de toorts.
• Breng de juiste gasgeleider aan.
• Bescherm de gasgeleider en de draadgeleider van de bran-
der tegen lasspetters.
• Sluit de klem van de massakabel aan op het te lassen werk-
stuk (zie Fig. G).
• De lasmachine is gereed om te lassen.
• Om het lassen te beginnen nadert u het laspunt en drukt u
op de knop van de brander.
• Is het lassen klaar dan verwijdert u het afval, schakelt u de
machine uit en sluit u de gastank.
35

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido