Gasaansluiting; Gebruiksvoorschriften; Draadoplading; Montage Van De Aandrijfrol - CEA SMARTMIG T25 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 22

Gasaansluiting

De eenheden worden geleverd met een
drukreductor voor de regeling van de gasdruk die
tijdens het lassen gebruikt wordt (optioneel). De
gastanks (max. hoogte 1200 mm) moeten op het
achterpaneel van de gastankhouder van de las-
machine geplaatst worden en vastgezet worden
met de daarvoor bestemde bijgeleverde ketting.
Ze moeten zo geïnstalleerd worden dat de stabi-
liteit van de lasinstallatie niet gecompromitteerd
wordt. De aansluiting van gasfles, reductor en
gasbuis die uit het achterpaneel van het las-
apparaat komt, moet uitgevoerd worden zoals in
fig. C is aangegeven.
Open de gastank en stel de stroommeter in op
ongeveer 8/12 l/min.
ATTENTIE: Controleer of het gebruikte gas
compatibel is met het te lassen materiaal.

Gebruiksvoorschriften

BEDIENINGS- EN CONTROLEAPPARATUUR (Fig. D)
Pos. 1
Aansluiting brander type Euro.
Pos. 2
Potentiometer met schakelaar voor de instelling van de punt-
lastijd.
Pos. 3
Aan/uit-schakelaar.
Pos. 4
Controlelampje thermostatische beveiliging. Brandt het lampje
dat betekent dit dat de thermische beveiliging in werking ge-
treden is. Er wordt dan buiten de werkcyclus gewerkt (zie
"Gebruiksbeperkingen"). Wacht enkele minuten alvorens ver-
der te gaan met het lassen.
Pos. 5
Omschakelaar voor de instelling van de lasspanning.
Pos. 6
Potentiometer voor de regeling van de draadsnelheid.
1
FIG. D

Draadoplading

• Open het linker zijpaneel met de daarvoor bestemde grendel en plaats
de spoel (gebruik spoelen met een MAX diameter van 300 mm en een
MAX gewicht van 20 kg) die compatibel is met het te lassen materiaal,
op de speciale houder, en wel zo dat de draad met de wijzers van de
klok mee afgewikkeld wordt. Het uitsteeksel van de houder, dat als
referentie dient, moet gecentreerd worden ten opzichte van het gat
van de spoel.
FIG. C
2
3
6
5
4
1
7
FIG. E
• Het uiteinde van de draad in de draadleider doen (Pos. 7, Fig. E) op het
voortsleepmechanisme.
• De niet aangedreven rol (Pos. 1, Fig. E) optillen, door de tegendruk-
balk (Pos. 6, Fig. E) los te maken. Controleren dat de doorsnede van
de toegepaste draad aan de buitenkant van de drijfrol (Pos. 4, Fig. E)
geprint is.
• De draad voor enkele centimeters door het omhulsel van de draad-
leider trekken (Pos. 3, Fig. E). De dolle rol omlaag doen zich verzeke-
rend dat de draad in de holte van de motorrol vastzit. Eventueel de
druk tussen de rollen regelen door middel van de daarvoor bestemde
schroef (Pos. 5, Fig. E). De juiste druk is de minimale druk die de rollen
op de draad niet laat slippen. Een buitensporige druk veroorzaakt een
vervorming van de draad en windingen bij de ingang van het draad-
omhulsel, een onvoldoende druk veroorzaakt lasonregelmatigheden.

Montage van de aandrijfrol

De aandrijfrol volgens de aanwijzingen op het mechanisme monteren:
• Draai de schroeven (Pos. 5, Fig. E).
• Plaats de houderarmen van de onbelaste rol omhoog (Pos. 2, Fig. E).
• Op de twee buitenkanten van iedere rol staat het type draad en de
diameter aangegeven.
• De geschikte spoel monteren (Pos. 4, Fig. E) door op de juiste positie
van de inkeping te letten, afhankelijk van de doorsnede van de toege-
paste draad.
• Draaien de schroeven (Pos. 5, Fig. E).

Lassen

BELANGRIJK: Alvorens het lasapparaat aan te zetten, opnieuw contro-
leren dat de netspanning en de netfrequentie overeenkomen met de ge-
gevens van de plaat.
• Het lasapparaat aanzetten door de schakelaar (Pos. 3, Fig. D) in posi-
tie 1 zetten.
• De spanningregelaar (Pos. 5, Fig. D) in de meest geschikte stand voor
de uit te voeren lashandeling zetten.
• Verwijder de gasgeleider en de draadgeleider van de brander zodat de
draad tijdens het laden vrij naar buiten kan komen. Er wordt herinnerd
dat het mondstuk van de draadleider dezelfde diameter als de ge-
bruikte draad moet hebben.
• De potentiometer van de draadsnelheid op stand 3 plaatsen (Pos. 6,
Fig. D).
• De toortsknop aan zetten totdat de toortsdraad is uitgekomen.
• Het mondstuk van de draadleider weer opschroeven aan het uiteinde
van de toorts.
• Breng de juiste gasgeleider aan.
• Bescherm de gasgeleider en de draadgeleider van de brander tegen
lasspetters.
29
2
3
4
5
6

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido