Cebora WIN TIG DC Manual De Instrucciones página 94

De functie kleurt nu rood en op het display wordt een schuif met
het minimum, het maximum en de ingestelde waarde weerge-
geven. Wijzig deze waarde door aan de draaiknop te draaien.
Bevestig vervolgens de nieuwe waarde door opnieuw op de
draaiknop te drukken.
De andere sectoren kunnen worden geselecteerd door er met
een vinger op te drukken.
4.1 SECTOR R - INSTELLING VAN DE LASPARAME-
TERS.
In de tabel parameterinstellingen worden de instellingen
van de lasparameters samengevat.
Als voorbeeld beschrijven we de procedure voor het instel-
len van de PRE-GAS-tijd.
Selecteer de functie (AFB.3). Deze functie kleurt blauw. Acti-
veer de functie vervolgens door op de draaiknop te drukken.
De functie kleurt nu rood (AFB.4). Stel de waarde in en beve-
stig deze door opnieuw op de draaiknop te drukken.
Volg dezelfde procedure om de andere instellingen te ver-
richten.
4.2 SECTOR Q. KEUZE VAN HET LASPROCES.
Selecteer de sector Q (zie AFB.5)
Selecteer het TIG- of MMA-proces (AFB. 6 en 7)
Selecteer met de draaiknop een van de genoemde pro-
cestypen:
TIG DC-proces zie hoofdstuk 12
TIG DC APC-proces zie hoofdstuk 11.
TIG AC-proces zie hoofdstuk 12-8.
TIG MIX AC+DC-proces zie hoofdstuk 9.
MMA DC-proces (zie AFB.7) zie hoofdstuk 13.
MMA AC-proces (zie AFB.7) zie hoofdstuk 13.
Het lasproces wordt altijd links bovenaan weergegeven
tussen de sectoren R en S.
4.3 SECTOR P. KEUZE VAN DE STARTMODUS.
Selecteer de sector P (zie AFB.8)
De volgende modi kunnen geselecteerd en geactiveerd
worden:
De pijlen geven de indrukken of het loslaten van de lasto-
ortsknop aan.
Handbediende 2-trapsmodus (zie AFB.9 en
AFB.10).
Deze modus is geschikt voor kort lassen of auto-
matisch lassen met robot.
In de handbediende 2-trapsmodus kan tevens de puntla-
sfunctie worden geactiveerd, door de sector SPOT (zie
AFB.11 en AFB.12) te selecteren. In deze modus bereidt
het lasapparaat zich automatisch voor op de ontsteking
met hoge frequentie.
Om de puntlastijd te kunnen instellen, moet het MENU
94
worden geopend met een druk op de sector M (zie
AFB.13) en op de sector "Procesparameters"
AFB.14). Vervolgens moet in het submenu de functie
Spot time (zie AFB.5-15A-15B en 16) worden gese-
lecteerd en geactiveerd met de draaiknop en moet met
de draaiknop te waarde worden ingesteld. De functie in-
terval of pauze kan samen met de puntlasfunctie wor-
den geactiveerd. Deze functie bepaalt de tijd tussen twee
punten. Selecteer en activeer deze functie op dezelfde
manier als voor spot time (zie AFB. 17, 18 en 19) is be-
schreven. Het interval wordt met name gebruikt wanneer
sierlijke lassen gemaakt moeten worden zonder dat het
werkstuk vervormd raakt.
Automatische modus (zie AFB.20 en AFB.21).
Deze modus is geschikt voor lang lassen.
Houd de lastoortsknop ingedrukt. De boog wordt ontsto-
ken en automatisch gedoofd als de ingestelde tijd is ver-
streken.
In de automatische modus kan tevens de puntlasfunctie
worden geactiveerd, door de sector SPOT
(Zie AFB.22 en AFB.23). In deze modus bereidt het la-
sapparaat zich automatisch voor op de ontsteking met
hoge frequentie. Stel de tijd voor het puntlassen en het
interval in op de manier die voor de handbediende mo-
dus is beschreven.
3-niveaumodus
DE stroomtijden worden met de hand ingesteld.
Ze roepen de stromen op. (Zie AFB. 24 en AFB.25).
(zie