6 SECTOR N - PULSLASSEN
(ZIE AFB. 32,33,34,35)
Selecteer en bevestig de sector N voor het pulslassen
om de modus PULSE te kunnen openen.
Kies de parameter en stel deze in: Duty Cycle, Pulsniveau
(piek en basis) en Pulsfrequentie.
Bevestig met een druk op de draaiknop en stel de gewen-
ste waarde in.
Druk opnieuw op de draaiknop om de keuze op te slaan
en te bevestigen (zie de volgende tabel).
Parameter
Min. DEF
10
50
Duty Cycle
(%)
0
50
Pulsniveau
(Ampère)
0,10
1,0
Pulsfre-
quentie
(Hz)
De instellingen kunnen ook worden verricht in de pro-
cesparameters (zie paragraaf 7.3 AFB. 67-68-69-70).
Selecteer het pictogram XP om een pulsstroom met
zeer hoge frequentie voor een sterker geconcentreerde
boog in te stellen. Deze pulsvorm kent vaste en gedefi-
nieerde instellingen (zie AFB. 73).
96
Max
Res.
90
1
100
0,1
0,1 (0,1-10 Hz)
0,5 (10-100 Hz)
2 (100-220 Hz)
5 (220-320 Hz)
15
10 (320-440 Hz)
KHz
20 (440-500 Hz)
50 (500-1000 Hz)
0,1 (1-2 kHz)
0,2 (1-2,5 kHz)
7 SECTOR M - MENU (ZIE AFB. 36 EN 37).
Selecteer en bevestig de sector MENU. Selecteer en be-
vestig de gekozen sector met de vinger
7.1 PROCES-KEUZE VAN HET LASPROCES (ZIE
AFB.38, 39, 40)
TIG DC-proces
TIG DC APC-proces
TIG AC-proces (uitgezonderd Art. 381)
TIG MIX AC+DC-proces (uitgezonderd Art. 381)
MMA DC-proces
MMA AC-proces (uitgezonderd Art. 381)
7.2 ACCESSOIRES (ZIE AFB. 41, 42)
Selecteer en bevestig de keuze van een van de onder-
staande accessoires met een druk op de draaiknop.
De gebruiksaanwijzingen zijn in elk accessoire opgeno-
men.
•
Koelunit
•
Lasmasker
•
Gebruikersregistratie
•
Limietuitbreiding
7.3 PROCESPARAMETERS (ZIE AFB.43, 44)
Selecteer en bevestig de gekozen parameter:
TIG-proces
•
Startmodus (zie paragraaf 4.3)
•
Puntlassen (zie paragraaf 4.3)
•
Type boogontsteking (zie hoofdstuk 5)
•
Duur Pregas (zie de tabel met de parameterinstellin-
gen)
•
Duur Postgas (zie de tabel met de parameterinstel-
lingen)
•
Tig Gas Flow (uitsluitend geactiveerd met het acces-
soire gastransducent, art. 436)
•
Stroom eerste niveau (zie de tabel met de parameterin-
stellingen)
•
Duur eerste niveau (zie de tabel met de parameterinstel-
lingen)
•
Duur eerste stijging (zie de tabel met de parameterinstel-
lingen)
•
Hoofdstroom (zie de tabel met de parameterinstellingen)
•
Duur laatste stijging (zie de tabel met de parameterin-
stellingen)
•
Kratervulling (zie de tabel met de parameterinstellingen)
•
Duur kratervulling (zie de tabel met de parameterinstellin-
gen)
•
APC-instelling (uitsluitend voor TIG DC zie hoofdstuk
16)
•
Pulse (zie hoofdstuk 6)
•
EVO START (uitsluitend voor TIG DC zie hoofdstuk 5
en AFB. 71 en 72)
•
Hot Start AC (uitsluitend voor TIG AC zie AFB. 74 en
75). Deze functie wordt gebruikt om de ontstekingen
in TIG AC voor elke elektrodediameter te optimalise-
ren.