Gereedmaken van de B
De naald is voorzien van maatstrepen (in centimeters) voor het meten van de diepte, en wordt met
een spacer geleverd. De spacer houdt de relatieve positie van het stilet en de canule in stand tijdens
het inbrengen in de patiënt of in het B
Stel voor gebruik vast welke gauge- en lengtemaat de naald moet hebben voor de te verrichten biopsie.
Haal de naald met behulp van een aseptische techniek uit de verpakking en de beschermhuls.
Voorzorgsmaatregel: Inspecteer de componenten van de naald voor gebruik op eventuele schade.
NIET GEBRUIKEN als de naaldcomponenten beschadigd zijn. Opmerking: De tip is vervaardigd met
een lichte bocht naar achteren. Dit is geen defect.
Biopsieprocedure:
De biopsieprocedure moet met behulp van de juiste aseptische techniek worden uitgevoerd.
1. Bereid de plaats van behandeling voor zoals vereist. Vóór de incisie van de huid moeten er voldoende
anesthetica zijn toegediend.
Aanbeveling: Prik de huid op de aanprikplaats aan met een scalpel om het inbrengen te vergemakkelijken.
2. Positionering:
ARD ®
AGNUM ®
a) Met B
M
gespannen instrument. Zet de openingen op de naaldaanzetstukken in lijn met de stiften op
de instrumentsleden. Sluit het deksel gedeeltelijk om de naaldaanzetstukken op hun plaats
te houden. Druk de uiteinden van de spacer samen om deze te ontgrendelen en verwijderen
(zie afbeelding 3). Sluit het deksel. Breng de naald (eventueel onder beeldvorming) door de
incisie in totdat de naaldpunt proximaal van het te biopteren gebied ligt.
OF
b) Bij gebruik van UITSLUITEND de B
met de daarop bevestigde unieke spacer onder beeldvorming door de incisie in totdat de naaldpunt
proximaal van het te biopteren gebied ligt. Sluit het gespannen B
aan nadat de positie is bevestigd. Zorg dat de naaldoriëntatie behouden blijft: zet de openingen op
de naaldaanzetstukken in lijn met de stiften op de instrumentsleden. Sluit het deksel gedeeltelijk om
de naaldaanzetstukken op hun plaats te houden. Druk de uiteinden van de spacer samen om deze
te ontgrendelen en verwijderen (zie afbeelding 3). Sluit het deksel.
3. Behoud de positie van het instrument en de oriëntatie van de naald en schuif de veiligheidspal van
"S" (Safe; veilig) naar "F" (Fire, Ready; afvuren, gereed). Druk de trekkerknop in: zowel het stilet als
de canule komen nu automatisch naar voren.
4. Haal het instrument en de naald uit de patiënt.
Opmerking: De naald hoeft niet uit het instrument verwijderd te worden om het
kernweefselmonster te verwijderen.
5. Leg het monster bloot door de witte spanknop ÉÉN KEER naar achteren te trekken. De statusindicator
is nu half zilverkleurig en half rood, en de monsteruitsparing ligt bloot. Verwijder het monster.
6. Span het instrument door de witte spanknop nog een keer naar achteren te schuiven. De statusindicator
is nu rood. Neem zo nodig nog meer biopten. Als er GEEN verdere biopten nodig zijn, verwijdert
u de naald en werpt u deze weg, ontgrendelt u de veiligheidspal en vuurt u het instrument af.
De statusindicator is nu zilverkleurig, wat aangeeft dat het instrument niet gespannen is.
Opmerking: Als u meerdere monsters neemt, moet de naald na elk genomen monster worden
gecontroleerd op beschadiging van de punt, verbuiging van de schacht of andere eventuele
tekortkomingen. Gebruik de naald niet als u tekortkomingen constateert.
Bard beveelt aan om het M
De eindgebruiker kan het instrument na elke reiniging en smering steriliseren.
ARD ®
AGNUM ®
M
-biopsienaald:
ARD ®
AGNUM ®
M
-instrument.
-biopsie-instrument en -biopsienaald: Open het deksel van het
Afbeelding 3
ARD ®
AGNUM ®
M
AGNUM ®
-instrument voor elk gebruik schoon te maken en te smeren.
41
-biopsienaald met spacer: Breng de naald
M
®
ARD
AGNUM
®
-biopsie-instrument