Mode
- Instelling of selectie bevestigen..
Down
- Verlaag de weerstandswaarde tijdens training.
- Instelwaarde verlagen.
Bediening
Inschakelen
- Plug de transformator in om de console in te schakelen.
- Wanneer het apparaat zich in de slaapmodus bevindt, drukt u
op een willekeurige toets op de console om het apparaat in te
schakelen.
- U kunt ook gaan fietsen om het apparaat te activeren.
Uitschakelen
- Wanneer gedurende 4 minuten geen signaal naar de monitor
wordt verzonden, schakelt het apparaat automatisch naar de
slaapmodus.
- Plug de transformator uit om de console uit te schakelen.
Programma's
Quick start ( Snel starten)
- Tik op de knop START/STOP om uw workout te starten zonder
voorgeprogrammeerde instellingen.
- Gebruik UP/DOWN om het weerstandsniveau aan te passen tijdens
de training.
Uw workout beëindigen
- Tik op START/STOP in de workoutmodus om uw workout te
stoppen of onderbreken.
Als u uw workout hebt onderbroken, kunt u deze hervatten door op
de knop START/STOP te tikken.
- Tik op de knop RESET om de console opnieuw in te stellen.
(Gegevens van de actieve training gaan dan verloren)
Handmatige modus
- Gebruik de knop UP/DOWN om een trainingsprogramma te
selecteren. Selecteer de modus MANUAL en tik op de knop MODE
om de instelling te bevestigen.
- Gebruik de knop UP/DOWN om de trainingstijd in te stellen. Tik
op MODE om de instelling te bevestigen.
- Na het bevestigen kunt u ook het aantal calorieën en een
hartslaglimiet instellen.
‼
OPMERKING
•
Als u meerdere doelen instelt, wordt de training beëindigd
wanneer het eerste doel is bereikt.
•
Als u een doel leeg laat, wordt dit niet beschouwd als een
voorgeprogrammeerde limiet.
•
Hartslag is geen eindlimiet voor een training. U hoort een
piep wanneer de voorgeprogrammeerde hartslaglimiet wordt
overschreden.
- Tik op de knop START/STOP om uw workout te starten.
- Gebruik de knop UP/DOWN om het weerstandsniveau aan te
passen. In het venster LOAD ziet u het belastingsniveau.
Program (Fig� F)
- Gebruik de knop UP/DOWN om de modus PROGRAM te
selecteren. Bevestig uw keuze met de knop MODE.
- Gebruik de knop UP/DOWN om een trainingsprogramma te
selecteren en tik op MODE om te bevestigen.
- Gebruik de knop UP/DOWN om een tijd in te stellen en tik op
MODE om te bevestigen.
- Tik op de knop START/STOP om uw workout te starten
- Gebruik de knop UP/DOWN om het weerstandsniveau aan te
passen.
H�R�C�
- Tik op de knop UP/DOWN om het trainingsprogramma H.R.C. te
selecteren. Tik op MODE om te bevestigen.
- Gebruik de knop UP/DOWN om uw leeftijd in te stellen.
- Gebruik de knop UP/DOWN om 55%, 75%, 90% of TA te
selecteren.
55% = (220-leeftijd) x55%, 75% = (220-leeftijd) x75%
90% = (220-leeftijd) x90%, TA=Target (standaard=100) Gebruik de
knop UP/DOWN om een doelwaarde in te stellen.
Tik op MODE om te bevestigen.
- Gebruik de knop UP/DOWN om een tijd in te stellen en tik op
MODE om te bevestigen.
- Tik op de knop START/STOP om uw workout te starten
- Tik op RESET om terug te keren naar het hoofdmenu.
Racemodus�
- Gebruik de knop UP/DOWN om het trainingsprogramma RACE te
selecteren. Tik op MODE om te bevestigen.
- Gebruik de knop UP/DOWN om het aantal slagen per minuut in
te stellen voor de computersimulator (bereik 10~95 ±5). Tik op
MODE om te bevestigen.
- Gebruik de knop UP/DOWN om de afstand in te stellen (bereik
100~9900 meter ±100). Tik op MODE om te bevestigen.
- Tik op de knop START/STOP om de racefunctie te activeren.
‼
OPMERKING
•
De training eindigt wanneer de pc of u als eerste het einde
heeft gehaald.
Gebruiker
- Gebruik de knop UP/DOWN om een trainingsprogramma te
selecteren. Kies Gebruiker en tik op MODE om te bevestigen.
- Gebruik de knop UP/DOWN om het spanningsniveau voor het
eerste profielsegment in te stellen (bereik 1~16). Tik op MODE om
te bevestigen.
- Herhaal deze stap voor de overige segmenten.
- Wanneer u het volledige profiel hebt geprogrammeerd, houdt u de
knop MODE twee seconden ingedrukt om te bevestigen.
- Gebruik de knop UP/DOWN om een tijd in te stellen en tik op
MODE om te bevestigen.
- Tik op de knop START/STOP om uw workout te starten.
- Tik op RESET om terug te keren naar het hoofdmenu.
Recovery
- De toets RECOVERY werkt alleen als een hartslag wordt
geregistreerd.
- Bij TIME wordt '0:60' (seconden) weergegeven; er wordt terug
geteld naar 0. (fig. F-19)
- Na het aftellen om de status van het hartslagherstel te testen,
wordt op de computer F1 tot en met F6 weergegeven (fig.
F20). De gebruiker kan het hartslagherstelniveau vinden in de
onderstaande tabel.
- Druk opnieuw op de toets RECOVERY om terug te keren naar het
begin.
F1
Voortreffelijk
F2
Uitstekend
F3
Goed
F4
Normaal
F5
Onder het gemiddelde
F6
Slecht
3 7
Nederlands