Deel 1 - VOOR DE GEBRUIKER
WERKWIJZE EN GEBRUIK
De beschermingsgraad van de machine is IP21 en moet dus niet gereinigd worden met een rechtstreekse waterstraal
onder hogedruk.
- Als de te wassen voorwerpen aangebrande aanslag vertonen, of als veel tijd verlopen is nadat er gekookt is, dient eerst
een weekcyclus uitgevoerd te worden met water op 50°C en met een geschikt verzachtend product.
- De blote handen niet in het zeepwater doen;
- Als de machine aan is de deur niet te snel openen;
- Alleen specifieke niet schuim makende reinigingsproducten gebruiken;
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
A
LVORENS
DE
WASHANDELINGEN
:
CONTROLEREN OF
- de watertoevoerkraan open is en of er water is.
- de filters en de overloopklep op hun plaats zitten.
- de wasmolens vrij kunnen draaien.
- de doseerbak voor het glansmiddel gevuld is.
DAN DE VOLGENDE HANDELINGEN UITVOEREN
A
-
Het reinigingsmiddel direct in de bak doen door
dit gelijkmatig op de filters te verdelen, volgens de door
de leverancier aangegeven hoeveelheden. Indien er
een automatische doseerinrichting is controleren of er
reinigingsmiddel in de houder zit.
Voor
het
behoud
van
reinigingsmiddel gebruiken.
N.B. : Indien chloraat reinigingsmiddelen gebruikt
worden
is
het
raadzaam
doseerinrichting te gebruiken want als het product direct
in het bakje gedaan wordt kunnen op de oppervlaktes
bruine vlekken ontstaan door de chloorreactie.
B
-
De te wassen voorwerpen in de daarvoor
bestemde vakken doen, van te voren controleren of alle
harde resten en het vet verwijderd zijn.
N.B. Als de te wassen voorwerpen aangebrande
aanslag vertonen, of als veel tijd verlopen is nadat er
gekookt is, dient eerst een weekcyclus uitgevoerd te
worden met water op 50°C en met een geschikt
verzachtend product. Liefst geen producten voor de
handmatige afwas toepassen, daar deze in de machine
teveel schuim maken.
C
-
Geef stroom aan het apparaat door middel van
de wandschakelaar en druk de hoofdschakelaar "A" op
het bedieningspaneel in (TEK.1).
De displays van de thermometers gaan aan en de kuip
wordt gevuld.
Als de kuip vol is gaat het programmalampje "2" aan.
TE
BEGINNEN
:
het
milieu
niet
teveel
een
automatische
D
-
Doe de deur van de vaatwasmachine open en
plaats de korf erin .
N.B. Het controlelampje "E" knippert als de deur van
de vaatwasmachine open is.
Alvorens de wascyclus te starten controleer of het
controlelampje "D" aan is. Als dit lampje brandt heeft
het was- en spoelwater de ideale werktemperatuur
bereikt.
E
-
Selecteer de tijdsduur van de wascyclus met de
knop "B", kies uit de volgende mogelijkheden:
-
controlelampje 1 aan: korte cyclus, 1 minuten
-
controlelampje 2 aan: gemiddelde cyclus, 2
minuten
-
controlelampje 1 en 2 tegelijkertijd aan: lange
cyclus, 3 minuten.
De
tijdsduur
van
naargelang het te verwijderen vuil.
F
-
Sluit de deur van de Vaatwasmachine.
Druk op de programmaknop "C".
De wascyclus met de gekozen tijdsduur begint; behalve
de wasfase wordt ook een pauze van 5 seconden en
een spoelfase, van 23 seconden, met schoon water op
een temperatuur van 85°÷90°C, uitgevoerd.
De
cyclus
controlelampjes
wasfasen voltooid zijn. Aan het einde van de wascyclus
stopt het knipperen van de lampjes.
Alleen voor apparaten met "CVP" stoomcondensor
Na afloop van de wasfase gaat de ventilator
automatisch aan om de stoom te zuigen. Deze zuiging
gaat, na de spoelfase, nog door voor een instelbare tijd,
van
5
tot
80
Zie de specifieke paragraaf voor de programmering in
het onderdeel bestemd voor de monteur.
De cyclus lampjes knipperen totdat de eindfase
ventilatie/stoomzuiging voltooid is.
Na afloop van de cyclus stopt het knipperen van de
lampjes en een, maximaal één minuut durend,
geluidssignaal, signaleert dat de deur geopend kan
worden.
(attentie! Gedurende de cyclus, bij het openen van de
deur, wordt ook de ventilator voor de stoomzuiging
geactiveerd, maximaal 20 seconden.)
19
NEDERLANDS
de
wascyclus
wordt
knipperen
totdat
seconden
(default
tijd
gekozen
de
20").