Megger BTDR1500 Guia Del Usuario página 106

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 60
6.3 OMLOOPSNELHEIDS FACTOR
De omloopsnelheidsfactor is de eenheid die wordt gebruikt om het gemeten tijdsinterval om
te zetten in de effectieve kabellengte. Deze kan op twee manieren worden weergegeven: de
ratio van de verzonden impuls in verhouding met de snelheid van het licht, of in afstand per
microseconde. Wanneer het is weergegeven in afstand per µs (m/µs of ft/µs) dan wordt de
omloopsnelheidsfactor aangeduid als de helft van de snelheid van de impuls over de kabel.
Dit komt omdat de impuls tot het einde van de kabel gaat en weer terug, waardoor de
gemeten afstand verdubbeld wordt.
Wanneer u de exacte lengte van een stuk kabel van hetzelfde type als de geteste kabel
(C.U.T.) weet, en wanneer de reflectie van het einde van de kabel zichtbaar is, dan kan er een
meer nauwkeurige waarde voor de omloopsnelheid worden gegenereerd:
1. Localiseer de reflectie aan het einde van de bekende lengte van de kabel door het
instrument op het kortst mogelijke bereik te zetten, waarbij het einde van de kabel
zichtbaar is.
2. Localiseer het begin van de reflectie zoals het in de sectie Gebruikersinstructies van deze
handleiding wordt beschreven.
3. Pas de omloopsnelheidsfactor aan totdat de juiste kabellengte wordt weergegeven.
De meting van de afstand van de storing kan nu met een grotere zekerheid worden
uitgevoerd. De mogelijkheid van het instrument om de juiste afstand te meten, is afhankelijk
van de juistheid van de omloopsnelheidsfactor. Elke fout in de omloopsnelheidsfactor
106
resulteert direct in een foute afmeting van de afstand. Raadpleeg de Quick Reference Guide
voor een overzicht van typische omloopsnelheidsfactoren.
6.4 IMPULSOMVANG
De BTDR1500 impulsomvang varieert tussen 8 ns en 3 µs, dit om verzwakking van het
signaal te voorkomen en om ervoor te zorgen dat het instrument een groter bereik heeft. In
termen van afstand aangaande de omvang van de verzonden impuls, vertegenwoordigt dit
een verzonden impuls van 1,5 m tot 600 m! (Dit neemt een omloopsnelheidsfactor van 0,67
aan). Zonder de TX Null zou dit een enorme dead zone weergeven, maar door het instrument
correct in te stellen, kunnen storingen goed worden waargenomen binnen de impulsomvang.
Wanneer de afstand wordt gemeten aan het begin van de reflecterende impuls, wordt de
nauwkeurigheid van de meting niet beïnvloed door de impulsomvang. Maar, wanneer het
eerste teken geen volledige reflectie geeft, waardoor het instrument niet over kan gaan naar
de tweede afbeelding, wordt de mogelijkheid om de storingen waar te nemen, wel beïnvloed
door de impulsomvang. Wanneer er meerdere storingen aanwezig zijn, kan het instrument ze
enkel dan waarnemen wanneer de storingen meer dan een impulsomvang van elkaar
verwijderd zijn. Dus, opdat het instrument verschillende storingen kan waarnemen, dient het
kleinste bereik, en dus de kleinste impulsomvang te worden gebruikt zodat beide storingen
waargenomen kunnen worden (raadpleeg hiervoor de impulsomvang tabel in de
specificaties).

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido